Waar de naam van Marx valt, moeten veel mensen meteen denken aan het communisme: het systeem van een overheid met ijzeren greep waarin het individu vermorzeld wordt. Er is in Nederland dan ook geen enkele partij van belang waarvan het kader zich graag met Marx associeert.

Behalve één: de SP. Binnen deze partij wordt Marx nog vaak geciteerd, en veel analyses van de partij baseren zich op klassiek-socialistische uitgangspunten zoals de klassenstrijd. Deze uitgangspunten worden ook gebruikt bij het recente verzet van de SP tegen het idee van een basisinkomen.

Basisinkomen

Nu de huidige sociale stelsels aan alle kanten onder druk staan is de discussie over het basisinkomen in Europa en Nederland weer helemaal terug. Aangejaagd door blogs als eerst Sargasso en daarna de Correspondent nemen inmiddels gevestigde politieke partijen het geluid over, meestal via de achterban.

De congressen van D66 en de PvdA hebben ondertussen opgeroepen tot het nemen van proeven met een basisinkomen. Bij GroenLinks zijn het lokale afdelingen die dit punt agenderen, uit onvrede met de huidige ingewikkelde en improductieve bijstandsregelingen. In Groningen en Nijmegen roepen de fracties op tot het doen van experimenten met een basisinkomen. Bij de achterban van GroenLinks leeft dan ook van oudsher veel sympathie voor dit idee.

Reactie van de SP

De SP reageert hier echter volkomen anders op. In het kaderblad 'de Spanning' noemt het Tweede Kamerlid Paul Ulenbelt het basisinkomen een verwerpelijk voorstel. Zijn belangrijkste argumenten ontleent hij aan het marxisme: het basisinkomen ondermijnt volgens hem de arbeidersstrijd, en het zou de vakbeweging bedreigen.

Ulenbelt schetst vervolgens een schrikbeeld van een basisinkomen dat te laag zou zijn om van rond te komen. Hij bespreekt daarbij alleen het meest rechtse model van een basisinkomen: één waarbij alle aanvullende loondoorbetalingsverzekeringen worden afgeschaft.

Maar wat als het basisinkomen nu wél hoog genoeg is om van rond te komen? En wat als het basisinkomen wél aangevuld wordt met andere verzekeringen? Het zou consequent zijn als Ulenbelt dit idee zou omarmen. In plaats daarvan maakt hij in zijn artikel echter een ideologische ommezwaai van 180 graden. In dat geval, stelt het Tweede Kamerlid, komen mensen hun bed niet meer uit. Kortom: mensen zijn volgens Ulenbelt alleen maar te motiveren door geld. Ze moeten dus geprikkeld worden door de angst voor deprivatie.

Met socialisme heeft dit denkbeeld niets meer te maken. Feitelijk komt dit van een heel andere ideologie, een die juist binnen de SP het meest verfoeid wordt: de ideologie van de vrije markt. En niet alleen is dit een rare ideologische draai, het gaat ook tegen de bestaande wetenschappelijke kennis in.

Proeven met vormen van een basisinkomen wijzen juist uit dat een gegarandeerd inkomen op het bestaansminimum zonder voorwaarden mensen eerder prikkelt dan demotiveert. Waarom dit zo is, zou voor iemand met enig psychologisch inzicht overigens niet zo moeilijk zijn om na te gaan. De mens is immers eerder gulzig dan lui. Maar zeer weinig mensen nemen genoegen met een leven in extreme soberheid.

De SP gaat echter verder, en daar toont ze zich wel weer klassiek-socialistisch. Impliciet noemt Ulenbelt de mensen naast lui ook nog eens incompetent. Hij interpreteert het basisinkomen als ‘mensen genadeloos aan de kant zetten’. Met andere woorden: als er geen overheid is om mensen verplichte trajecten op te leggen, dan wordt het nooit wat met ze. Dit is precies het uitgangspunt van ons huidige sociale stelsel.

Problemen met sociale zekerheid

Met dit sociale stelsel, daar zijn alleen nogal wat problemen mee. Het systeem dwingt mensen zonder werk tot het schrijven van nutteloze sollicitaties voor banen die er niet zijn, dwingt ze in trajecten die hun effectiviteit nooit hebben kunnen bewijzen, en laat ze tegenwoordig zelfs onder dwang werk opknappen onder het minimumloon, waardoor de werkloosheid weer verder stijgt. Het steeds uitbreidende bureaucratische systeem deelt willekeurig strafkortingen uit, bijvoorbeeld aan wie zich niet als een zogenaamde modelburger kleedt, terwijl eigen initiatief wordt afgestraft.

Een en ander begint al bijzonder veel kenmerken te vertonen van het schrikbeeld van het communisme. Uiteraard ziet de SP die problemen ook wel. Als oplossing komt Ulenbelt in zijn artikel echter met voorstellen die zo mogelijk nog ‘communistischer’ aandoen: laat de belastingdienst alle gegevens koppelen en zo de uitkeringen en toeslagen automatisch berekenen en uitbetalen. Daarnaast moet de overheid banen regelen en mensen tewerkstellen en moeten de uitkeringen omhoog. Conclusie: privacy en eigen initiatief zijn niet belangrijk. Verder heeft de SP geen antwoord op het probleem van de armoedeval.

Alternatieven

Hier dient GroenLinks zich als vrijzinnige partij mijns inziens te onderscheiden van de SP, door te kiezen voor meer fundamentele alternatieven. Daarbij kan de filosofie van Marx verrassend genoeg steun bieden.

Op deze site is al uitgebreid aangestipt dat de filosofie van Marx meer inhoudt dan alleen een oproep tot klassenstrijd. Marx geeft een messcherpe analyse van de verhouding tussen arbeid en kapitaal, en weet de vinger precies op de zere plek te leggen van het uitgangspunt van een eeuwig doorgroeiende economie die drijft op speculatie.

Maar er is meer. Marx verschilt ook wezenlijk van zijn socialistische volgelingen. Over de concrete inrichting van zijn ideale maatschappij zegt Marx niet zoveel, maar in tegenstelling tot de communisten en de sociaaldemocratie geloofde Marx heilig in eigen initiatief. Marx meende dat het volk zichzelf moet verheffen. Het idee van een overheid die individuen disciplineert en activeert komt dan wel voor in het communisme, Marx zou het een gruwel zijn geweest.

Dialectiek

Daarnaast was Marx een leerling van de filosoof Hegel, die het dialectische model van these-antithese-synthese in de filosofie introduceerde. Hegel paste dit model toe bij zijn analyse van de historische ontwikkeling van de geest, Marx paste dit vervolgens toe op zijn analyse van de economie. Misschien kunnen we die analyse met de kennis van nu nog verder extrapoleren.

Na het leven van Marx mondde de strijd tussen het klassieke kapitalisme (these) en socialisme (antithese) uit in de sociaal-democratie (synthese). De zogenaamde Verelendung werd geremd, maar crises bleven bestaan. De synthese bracht daarbij weer nieuwe problemen met zich mee: een betuttelend en bureaucratisch systeem dat mensen beknot en beperkt.

Een systeem dat bovendien een groot deel van de sociale zekerheid laat lopen via de werkgever, waardoor werknemers alsnog van die werkgevers afhankelijk blijven en mensen zonder vast contract minder sociale rechten hebben. Een systeem dat met name werkverschaffing betekent voor juristen, en waarin het vinden van werk vanuit een uitkering financieel wordt afgestraft middels het stopzetten van die uitkering. Een systeem dat er bovendien niet in slaagt om economische zelfstandigheid te bevechten voor mensen die geen kostwinner zijn.

Daarop ontstaat nu gelukkig een nieuwe antithese: de roep om een ander systeem, dat simpeler is, helder, transparant, mensen in hun waarde laat en maximale vrijheid geeft voor eigen initiatief. Een systeem dat deze verbeteringen combineert met gelijke basisrechten en financiële autonomie voor iedereen. Een sociaal systeem waar kortom een vorm van een basisinkomen onderdeel van is.

Volgens mij draait Marx zich om in zijn graf wanneer zelfverklaarde socialisten een dergelijk systeem afwijzen. Het wordt tijd dat GroenLinks het voortouw neemt en alternatieven formuleert voor huidige regelingen van de sociale zekerheid. Een gegarandeerd basisinkomen met zo weinig mogelijk voorwaarden kan hierbij het uitgangspunt zijn.