GroenLinksers zijn gelukkige mensen

'Het gaat goed met mij, maar niet met de samenleving.' Het is een gevleugelde uitspraak van Paul Schnabel. Nederlanders behoren tot de gelukkigste mensen ter wereld, maar er is pessimisme over de samenleving. Soms vraag ik me af of Schnabels uitspraak niet bij uitstek voor GroenLinksers opgaat. Die zijn bovengemiddeld opgeleid, hebben een bovengemiddeld inkomen, lezen het liberale NRC Handelsblad in plaats van De Telegraaf als krant van mopperend Nederland, scheiden hun afval en rijden met de trein. Gelukkige mensen, lijkt mij.

Toch maken GroenLinksers zich zorgen over de samenleving en maar zelden zijn ze tevreden over GroenLinks als partij. Beide zijn volgens mij een uitdrukking van een progressief individualisme. Als reactie op het pamflet van Duyvendak laat ik zien dat dit individualisme bij GroenLinks hoort. Duyvendak suggereert te sterk dat er een koersdiscussie nodig is binnen GroenLinks, maar het electorale verlies heeft niets te maken met een koers die lang geleden al is gekozen.

Een optimistisch vooruitgangsgeloof

GroenLinks is een progressieve partij. De wereld moet verbeterd worden. Milieuvervuiling moet worden aangepakt, armoede mag niet bestaan, oorlog en geweld moeten worden uitgebannen. Iedere progressieve partij heeft een ideaalbeeld van de samenleving. Daar is niets mis mee. GroenLinks streeft naar vooruitgang. Politicologen delen partijen, sinds de afkalving van de oude ideologieën, vaak in aan de hand van waarden.

De waarde van vooruitgang is er daar een van en die staat tegenover de waarde van behoud. Op het Nederlandse politieke speelveld streven de SP en de PVV naar het laatste en zijn D66 en GroenLinks de partijen die het meest pregnant een optimistisch vooruitgangsgeloof uitstralen: 'En nu vooruit' of  'Zin in de toekomst'.

Een ander vaak gebruikt waardenpaar is individu tegenover gemeenschap. De waarde van gemeenschap is een kernwaarde van de SP en het CDA. Daar tegenover staat de waarde van het individu die hoort bij liberale partijen zoals de VVD, D66 en ook GroenLinks. Deze indelingen zijn nooit exact te maken. GroenLinks is veel meer gericht op de kansen voor het individu, op emancipatie, op verschil en diversiteit dan de SP.

Ook de PvdA staat voor emancipatie, maar laat onder druk van de SP ook een verlangen naar het verleden zien, naar de saamhorige samenleving van de jaren vijftig of de verzorgingsstaat van de jaren zeventig. En waar staat de VVD? De nadruk die deze partij tegenwoordig legt bij veiligheid en het belang van de natiestaat maakt deze partij eerder een conservatieve gemeenschapspartij dan een vooruitstrevende liberale partij.

GroenLinks maakt als partij deel uit van het proces van maatschappelijke modernisering. Dat hebben Noortje Thijssen en ik in ons boekje De Tijd Vooruit. Modernisering en de politieke positie van GroenLinks in 2007 al eens beschreven. Die waarden die in de jaren zestig een impuls kregen gaan over individualisering, emancipatie, zelfbeschikking en democratisering.

Het zijn postmaterialistische waarden die omschrijven dat er in het goede leven meer is dan geld en goederen. Het gaat om kansen voor mensen om in vrijheid hun leven te leiden zoals zij dat willen, maar met verantwoordelijkheid voor de vrijheid van anderen, nu en in de toekomst. Ook de zorg voor ons milieu en de leefomgeving is dus een postmaterialistische waarde. En het zijn optimistische waarden die vertrouwen in de toekomst en geloof in vooruitgang uitdrukken.

Juist omdat het in de jaren zestig economisch - dus materialistisch - voor de wind ging, werden deze postmaterialistische waarden belangrijk. Volgens de econoom Benjamin Friedman ligt het belang van economische groei daarom niet alleen in verbetering van de levensstandaard van individuen, maar juist ook in de sociale en politieke waarden die mensen belangrijk gaan vinden.

Dat maakt deel uit van het proces van maatschappelijke vooruitgang. Het is waar dat dit vooruitgangsgeloof het afgelopen decennium onder druk is komen te staan, niet in de laatste plaats door de omvangrijke financieel-economische crisis, maar dat maakt dit moderniseringsproces niet minder relevant voor het nadenken over de politieke relatie die er is tussen economische groei, individuele waarden en de zorg voor het milieu.

Een helder profiel

De tragiek is dat GroenLinks een helder profiel had als optimistische hervormingspartij. Toegegeven, naar mijn smaak wordt op het groene terrein te vaak het doemscenario gebruikt, waardoor er geen aantrekkelijk perspectief op groene, innovatieve groei ontstaat. Vooral de donkergroene vleugel van GroenLinks heeft deze neiging. Ook Duyvendak helt iets te ver over naar de donkergroene kant. Dat spreekt mij niet aan, maar is ook voor kiezers niet interessant.

Het bevestigt eerder het oude imago van GroenLinks als autopesters en vuurwerkverbieders. Met de slogans 'Groei mee' en 'Zin in de toekomt' en met Femke in een campagnefilmpje in een hybride auto is in het afgelopen decennium het zwaartepunt komen te liggen op de mogelijkheden van groene groei in plaats van op de doemscenario's van milieurampen en de noodzaak van economische krimp.

Ook op het sociale terrein heeft GroenLinks sinds haar oprichting een helder profiel ontwikkeld, gebaseerd op het idee van vooruitgang. De oude verzorgingsstaat voldoet niet meer in onze moderne tijd. Die wil GroenLinks hervormen om mensen met weinig kansen vooruit te helpen. Het zorgde voor een unieke positie van GroenLinks op het speelveld, aantrekkelijk voor progressieve kiezers die weinig op hebben met het conservatisme en het opportunisme van de SP en de PvdA.

Het pleidooi van Duyvendak om de inkomensverschillen te verkleinen door de belastingen en de uitkeringen te verhogen is ouderwets en contraproductief, zoals het herverdelen van werk volgens de recepten uit de jaren tachtig dat is. Laat die voorstellen uit de jaren zeventig en tachtig bij de SP en laat GroenLinks staan voor haar unieke denken op dit terrein.

Een eigenzinnige partij

Dat GroenLinks een individualistische partij is zie je ook aan de cultuur van de partij zelf. Het is een door en door democratische partij. Alles moet altijd ter discussie kunnen worden gesteld, op congressen of binnen afdelingen. Het is een partij van eigenzinnige en eigenwijze mensen die allemaal het beste weten hoe de wereld in elkaar steekt en welke politieke strategie moet worden gehanteerd.

Een mooi voorbeeld daarvan is de wijze waarop lokale GroenLinksers het afgelopen decennium een greep naar de macht hebben gedaan. Op lokaal niveau is de partij nu een serieuze bestuurspartij. Dat is het gevolg van twee factoren. Ten eerste heeft GroenLinks op nationaal niveau een helder profiel gehad dat zich electoraal op lokaal niveau heeft uitbetaald. Bij lokale verkiezingen speelt het strategisch stemmen niet zo'n grote rol als bij nationale verkiezingen en doet GroenLinks het dus structureel beter dan bij Tweede Kamerverkiezingen. Daarom is het zo belangrijk dat GroenLinks eens landelijk gaat besturen.

Ten tweede zijn al die lokale GroenLinksers bedreven in het onderhandelingsspel om coalities te sluiten. Ze nemen genoegen met lastige compromissen, een kolencentrale hier, een snelweg daar. Maar daar krijgen ze wel invloed voor terug. De paradox is dat deze noodzakelijke politieke soepelheid zelden wordt betracht als het gaat om compromissen die de landelijke fractie maakt in ruil voor invloed.

Dat de landelijke fractie naar macht en invloed streeft wordt met argusogen bekeken. Ook dit is een uitdrukking van het liberalisme en individualisme dat in de genen van GroenLinks zit. Macht moet gecontroleerd en opvattingen van leiders bekritiseerd worden. Dat is het verschil tussen GroenLinks en de SP. De laatste partij is een campagnepartij waar de leden braaf achter de leiders aanlopen. Dat doen GroenLinksers niet. Gelukkig niet.

Koersdiscussie

Het is jammer dat de crisis van GroenLinks nu leidt tot een koersdiscussie. Het moet donkerder groen en op sociaal terrein laten we de hervormingen maar zitten. Juist dan wordt de unieke positie van GroenLinks schade aangedaan. De crisis van GroenLinks was er eenvoudig een van persoonlijke conflicten in een niet functionerende fractie. Dat is tragisch, maar heeft weinig met de koers te maken.

Voor kiezers zijn bij Tweede Kamerverkiezingen drie dingen van belang. Ten eerste: een helder politiek profiel van de partij op het speelveld. Dat had GroenLinks. Ten tweede: een potentiele claim op de macht, want juist bij Tweede Kamerverkiezingen stemmen kiezers strategisch. Ook die positie had GroenLinks, maar door de daling in de peilingen als gevolg van alle interne conflicten is die verloren gegaan. En ten derde: een voorman of voorvrouw waar kiezers vertrouwen in hebben.

Die rol heeft Jolande Sap nauwelijks kunnen ontwikkelen door, al weer, alle interne conflicten. In ieder geval is het dramatische electorale verlies niet veroorzaakt door de koers van GroenLinks die is ingezet door Paul Rosenmöller, uitgebouwd door Femke Halsema en voortgezet door Jolande Sap.