Niet lullen maar poetsen

De Partij van de Arbeid en de partij voor de hardwerkende Nederlander - de VVD - hebben het regeerakkoord gepresenteerd. Beide partijen willen dat we meer gaan werken, zodat we uit de economische crisis groeien. Werkende ouders met slaapgebrek en chronische stress zullen er niet van opvrolijken. Toch zullen de meesten onder ons denken dat er nu eenmaal geen alternatief is - en morrend instemmen. Want het lijkt zo logisch: harder werken om uit de recessie te komen. De schouders er onder, niet lullen maar poetsen; de retoriek van de wederopbouw oefent nog altijd grote aantrekkingskracht uit op onze calvinistische instincten.

Toch berust zij op verouderde economische inzichten. Harder werken en meer economische groei waren ooit de recepten die ons voorspoed brachten. Toch zijn het anno 2012 paardenmiddelen uit een ander tijdperk. We hoeven helemaal niet te kiezen tussen een financiële puinhoop of nog meer werken - we kunnen ook minder gaan werken. Onze receptuur voor deze crisis is een psychologisch advies: leef ontspannen. Dit is het moment om massaal minder te gaan werken en onze betaalde banen te delen. Dat is goed voor de gelijkheid van kansen voor mannen en vrouwen, de werkgelegenheid, de kwaliteit van onze levens en de leefbaarheid van onze planeet.

Kind of carrière 

Te beginnen met gelijke kansen voor mannen en vrouwen. Het met veel instemming ontvangen artikel van Anne-Marie Slaughter in The Atlantic over de onmogelijkheid van het combineren van topbaan en kinderen deed ook het debat in Nederland oplaaien. Het bewijst dat het feminisme ook in Nederland nog lang niet voltooid is. Het feminisme uit de vorige eeuw heeft haar vruchten afgeworpen: vrouwen hebben en masse universiteit en markt overspoeld. Ze lijken mannen zelfs voorbij te streven: uit studies blijkt dat vrouwen vroeger volwassen zijn en beter presteren op school.

Toch worden vrouwen per gewerkt uur niet gelijk beloond voor hun diensten en zijn ze in Nederland nauwelijks zichtbaar in topbanen. Aan het begin van de 21ste eeuw is het feministisch project vastgelopen. Het nastreven van de voltijdsbaan voor vrouwen heeft niet tot het gewenste effect geleid: échte gelijke kansen voor mannen en vrouwen.

Dat heeft alles te maken met de dominante norm van een veeleisende voltijdsbaan voor mannen en vrouwen die Slaughter bij topfuncties constateert. Deze norm leidt namelijk in de meeste gevallen tot de harde keuze voor kind of topcarrière. En in onze cultuur zijn het nu eenmaal de vrouwen die sneller zwichten voor kind boven carrière. Vervolgens worden deze vrouwen verweten dat ze 'lui' zijn of het 'niet graag genoeg willen' en genoegen nemen met 'deeltijdsbaantjes'. De spagaat van vrouwen zal blijven bestaan zolang de succesvolle kind en carrière combinerende vrouw met topbaan het rolmodel is.

De enige oplossing is een kortere werkweek en een cultuuromslag van kantoorurenmachismo naar thuiswerkplezier. Alleen een kortere en flexibelere betaalde werkweek voor iedereen kan het feministisch project voltooien: op het moment dat zowel man als vrouw een ontspannen werkweek hebben, zijn kinderen of zorg voor een ziek familielid niet langer een reden voor een van beide partijen om uren en dus carrièrekansen in te leveren. Vrouwen moeten niet langer denken dat de emancipatie uitsluitend kan komen komt van de uit ijzer gebijtelde voltijd werkende vrouw die de glazen plafonds doorbreekt. Nee, de mannen zijn nu aan zet: het is de voltijd werkende man die geëmancipeerd moet worden.

Bestrijd werkloosheid met minder werken

Maar waarom nu beginnen over feminisme - midden in een economische crisis? Het antwoord is simpel: minder werken is ook een bewezen oplossing om werkloosheid te bestrijden. Ga maar na: er is ongeveer 21 uur betaald werk beschikbaar per arbeidsgeschikte Nederlander. Door het bestaande werk (én inkomens) beter te verdelen krijgen meer mensen toegang tot een lonende baan. Dat dit economisch succesvol beleid is weten we al langer: in de meeste rijke landen zijn mensen de afgelopen eeuw korter gaan werken. In Nederland werd de vijfdaagse werkweek in 1960 als sluitstuk van de sociaal-democratische beweging ingevoerd. Recenter bleek in Duitsland de tijdelijk ingestelde deeltijd-WW - de 'Kurzarbeit' - bij autofabrikanten zo succesvol dat ze gehandhaafd bleef.

Tegelijk vormt deze economische crisis op paradoxale wijze een kans om de vruchten van onze productieve samenleving te plukken: meer vrije tijd. In een cultuur leven waarin een kortere betaalde werkweek sociaal geaccepteerd is, betekent dat we onze levens vrijer kunnen inrichten. Wanneer we uit de tredmolen stappen houden we aan het einde van het jaar minder geld over maar krijgen we meer tijd voor dingen die we echt belangrijk vinden, zoals vrienden, familie, mantelzorg, sport, cultuur, onderwijs, vrijwilligerswerk en duizenden andere activiteiten die zich buiten de markt afspelen maar definiëren wie wij zijn en wat wij belangrijk vinden. Het zijn precies déze activiteiten - en niet werk - die we ons op het einde van ons leven herinneren.

Een ontspannen leven is een duurzaam leven

Ontspannen leven is ten slotte niet alleen goed voor de mens, maar ook voor het milieu. Voorlopig gaat iedere euro die wij uitgeven gepaard met uitstoot van broeikasgassen, gebruik van schaarse grondstoffen en zoet water en natuur die als landbouwgrond in gebruik wordt genomen. We springen tegenwoordig weliswaar per euro zuiniger om met de aarde, maar economische groei zonder enige navenante milieuvervuiling is nog niet uitgevonden. 'Groene groei' is dus voorlopig nog een utopie. Een rijke samenleving als de onze mag dan wel glanzend schoon ogen, maar de vieze rekening wordt elders gepresenteerd: van de roofbouw in de Amazone waar de soja voor ons vee vandaan komt tot de atmosfeer waar onze CO2 eindigt.

Oneindige groei op een eindige planeet betekent dat we vroeg of laat tegen de lamp lopen - en dat de bronnen van onze voorspoed zélf opdrogen. Uit de crisis komen door harder te werken - en dus meer conventionele economische groei te realiseren - is dus ook in dit opzicht een kortzichtige oplossing. Minder betaald werken en minder markt baant de weg voor lokale economieën waar hergebruik en een gesloten kringloop weer voorop staan, en die veel eleganter zijn ingericht dan de huidige grote industriële systemen. Een ontspannen leven is dus tegelijk een stap in de richting van een duurzame economie.

Een cultuur waarin iedereen minder betaald werkt, voltooit de emancipatie van vrouwen, geeft meer werkzekerheid en biedt ons ook meer vrije tijd, terwijl we en passant de aarde sparen. Minder stressen en meer relaxen: wie wil dat niet? De werkende ouders met chronische stress dromen er tijdens hun weinige uren slaap al stiekem van. 

Dit artikel verscheen op 31 oktober 2012 in De Volkskrant