We vergeten vaak dat onze verzorgingsstaat niet de realisatie is van echte linkse idealen, maar sterk is beïnvloed door christendemocratische principes. Het doel van de sociale zekerheid is niet herverdeling. Het is een verplichte verzekering tegen inkomensverlies, wanneer je niet meer kunt werken omdat je te oud of te ziek bent bijvoorbeeld.

Sterker nog, dit stelsel staat in de weg van linkse doelen zoals een eerlijke verdeling van arbeid, inkomen en sociale rechten. Ten eerste moedigt het bedrijven aan om in Nederland geen werknemers in dienst te nemen, vanwege de hoge kosten. Ten tweede vraagt het om een gelijke bijdrage van een onderwijzer en een bankier. En tenslotte creëert het ongelijkheid tussen een werknemer in dienst en bijvoorbeeld een ZZP'er die hun werk op verschillende manieren organiseren.

Het kernidee van het christelijk-sociale denken is dat werknemers en werkgevers naast de overheid een aparte verantwoordelijkheid hebben. Niet alles moet door de staat worden geregeld. Mensen moeten zelf betalen voor hun verzekeringen. Maar omdat mensen niet goed zelf keuzes kunnen maken moet de overheid hen wel verplichten zich te verzekeren. De kern van de sociale zekerheid is dus niet een eerlijke verdeling van arbeid en inkomen, maar verplichting en verzekering

Dat lijken mooie principes, maar de uitvoering van de sociale zekerheid is verbureaucratiseerd en er is allang niet meer echt sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid van werknemers en werkgevers. Het is een andere vorm van belastinginning geworden. Eén die mensen werkloos houdt, inkomensverschillen in stand houdt en mensen die hetzelfde werk doen anders behandelt

Het verzekeringsstelsel maakt arbeid onnodig duur

Het idee achter het christelijk-sociale verzekeringsstelsel is vrij simpel. We verzekeren ons verplicht voor ouderdom, ziekte en werkloosheid. Voor het gemak int de belastingdienst de verzekeringskosten. Het grootste deel van de lasten die mensen met een laag inkomen betalen zijn geen belastingen maar premies van volksverzekeringen.(1) De lasten voor de werknemersverzekeringen worden voor iedere werknemer betaald door werkgevers, maar opnieuw als percentage van het uitbetaalde loon.

De volks- en werknemersverzekeringen worden bijna geheel gefinancierd door arbeidskosten. Op die manier maken we datgene wat we waardevol vinden, namelijk dat mensen kunnen werken, duur. In crisistijd moeten werkgevers mensen ontslaan, omdat arbeidskosten een groot deel van hun begroting beslaan. Arbeidsintensieve productie verschuift naar landen met lage arbeidskosten. In de zorg zien we dat menselijk contact vervangen wordt door machines. Dat is goedkoper voor de zorginstantie maar ouderen verliezen hierdoor sociale contacten.

Het legt de zwaarste lasten niet bij de sterkste schouders

Bovendien is de redenering achter het christendemocratische verzekeringsstelsel dat omdat je je verzekert voor een ongeval of ongeluk, iedereen evenveel moet betalen. Het is een verplichte verzekeringspremie: een premie die voor iedereen gelijk is, behalve voor mensen met een laag inkomen, want zij betalen maar liefst 30% van hun inkomen aan premies. Daartegenover staat dat mensen met een laag inkomen nauwelijks belasting betalen. Voor belastingen geldt namelijk wel: de sterkste schouders de zwaarste lasten. Bij sociale verzekeringen geldt juist dat de bankier en de onderwijzer evenveel betalen en niet fundamenteel meer dan de schoonmaker.

Als we de sociale verzekeringspremies zouden afschaffen zou dat twee positieve gevolgen hebben:

1) We maken arbeid en met name laagbetaalde arbeid veel goedkoper. Daardoor kunnen bedrijven meer mensen in dienst nemen. Zo kunnen we de groeiende werkloosheid bij de wortel aan te pakken: de prijs van arbeid.

2) We verdelen de lasten eerlijker. Mensen met een laag loon hoeven minder lasten af te dragen en gaan er aan het eind van de maand op vooruit. Werk gaat weer lonen.

GroenLinks heeft een uitgebreid programma van belastingvergroening, progressieve belasting en vermogensbelastingen om de achteruitgang van de overheidsfinanciën te compenseren. Vanuit deze algemene middelen kan een sociaal vangnet worden gefinancierd.

Het creëert ongelijkheid tussen mensen

Als we het verouderde verzekeringsstelsel afschaffen, maken we tegelijkertijd een einde aan de rechtsongelijkheid die daarmee geïnstitutionaliseerd is.

Omdat we nu de werknemersverzekeringen laten betalen door werkgevers worden mensen die niet in loondienst zijn hiervan uitgesloten. Dat is met name een probleem als kleine zelfstandigen arbeidsongeschikt of ziek worden. Voor hen is er nauwelijks sociale bescherming. Dat was logisch omdat werknemers en werkgevers in de christelijk-sociale visie een andere verantwoordelijkheid hadden.

Maar dat is een raar onderscheid in de huidige arbeidsmarkt: we zien in veel sectoren, zoals de bouw, dat mensen die eerst in dienst waren van een bedrijf hetzelfde werk bij hetzelfde bedrijf kunnen doen als zelfstandige. Dat is fijn voor de werkgever omdat deze minder lasten hoeft te betalen en flexibeler kan reageren als de vraag plotseling toe- of afneemt.

Maar dat is minder fijn voor de tot het ondernemerschap veroordeelde ex-werknemer. Want hij heeft minder werkzekerheid, de opdrachten kunnen opdrogen, en minder sociale zekerheid: als hij als werknemer van een dak af valt komt hij in de WIA, als hij als zelfstandige van het zelfde dank af valt, is er geen vangnet.(2)

Als we de arbeidsongeschiktheidsuitkering betalen uit de algemene middelen is het gerechtvaardigd om zowel werknemers als ondernemers hier recht op te geven. De overheid verzorgt universele bescherming tegen inkomensverlies door arbeidsongeschiktheid, onafhankelijk van wat je deed om je inkomen te verdienen.

Een aparte werkloosheidsuitkering voor werknemers kan ik me wel voorstellen, want als werknemer ben je afhankelijk van je werkgever, maar een arbeidsongeschiktheidsregeling die alleen voor werknemers geldt, is niet meer van deze tijd.

Als we afstappen van het verouderde christendemocratische verzekeringsprincipe dan kunnen we linkse doelen als een eerlijke verdeling van arbeid, inkomen en sociale rechten bewerkstelligen. De christelijk-sociale uitgangspunten leken in 1953 misschien eerlijk, maar houden anno 2013 in de praktijk ongelijkheid, armoede en werkloosheid in stand. 

Voetnoten 

1. Onder de 20.000 euro betaalt iemand 6% van zijn inkomen aan belastingen en 30% aan verplichte socialeverzekeringspremies.

2. Natuurlijk is de aannemer wel aansprakelijk als het op zijn terrein gebeurt, maar het punt is dat de een wel toegang heeft tot de WIA en de ander niet.