Eerst die goede bedoelingen. GroenLinks meent net als alle andere constructief-kritische cheerleaders van Europa, dat meer Europa het enige antwoord is op de grensoverschrijdende uitdagingen die het fijne progressieve levensgevoel bedreigen. Milieuvervuiling bestrijden, China het hoofd bieden, roofzuchtige banken temmen, agressieve belastingontwijking aan banden leggen, pal staan voor mensenrechten en de internationale rechtsorde – wie wil het niet?

Wie wil geen 'groene innovatie'? Wie vindt niet dat grootbedrijven en rijke stinkerds hun aandeel aan het onderhoud van onze collectieve infrastructuur moeten betalen? Wie maakt zich geen zorgen om grote, wankele banken? Om de opkomst van het Chinese staatskapitalisme? Om onze verslaving aan fossiele brandstoffen? So far, so good.

Naïef

Dan de naïviteit. Volgens Eickhout en medeauteurs kunnen deze gevaren alleen het hoofd worden geboden door op Europees niveau de koppen bij elkaar te steken. In een variant op Milwards European rescue of the nation state stelt GroenLinks dat de progressieve waarden waar de partij voor zegt te staan – 'eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, mensenrechten, non-discriminatie, verdraagzaamheid, vrede, duurzame ontwikkeling en solidariteit tussen mensen, landen en generaties' – alleen in een groot, sterk en verenigd Europa gerealiseerd kunnen worden.

Da's allemaal leuk en aardig, maar is een kinderlijke ontkenning van de realiteit van het huidige Europa. Begonnen als poging om Europese staten te binden aan wederzijdse afhankelijkheden die Europese burgeroorlogen tot in de eeuwigheid moesten voorkomen, is het vanaf de jaren tachtig – met het vervagen van de herinnering aan de oorlog – verworden tot voertuig van grootzakelijke en grootbancaire belangen. De logica van de schaalgrootte die het Europese project sindsdien domineert, heeft geresulteerd in een desastreuze verconsumentering van de burger, ontpolitisering van de economie en ontdemocratisering van de politiek.

Zie de aanbevelingen van Rehn. Lidstaat na lidstaat krijgt als opdracht de arbeidsmarkt te flexibiliseren, de lonen te matigen, de sociale grondrechten te verschralen, markten te dereguleren en de competitiviteit te verhogen. Hoezo menselijke waardigheid, solidariteit, gelijkheid en duurzame ontwikkeling?

En denkt GroenLinks nou werkelijk dat het politieke spel in Europa zal leiden tot belastingharmonisatie, tot verduurzaming, tot het muilkorfen van banken? Kijk naar het handjeklap rond de Bankenunie, de Europese begroting! Het zijn een en al nationale en grootzakelijke belangen die de klok slaan. Niets daarover in het essay.

Helemaal bont maken Eickhout en de zijnen het in de paragrafen die zijn gewijd aan de Euro. Hoewel het essay – terecht – constateert dat de Eurocrisis niet is veroorzaakt door te hoge staatsschulden maar door te hoge private schulden (hypothecaire leningen, huizenzeepbellen), is de oproep om de cultuur van wantrouwen die nu in de Eurozone heerst te verruilen voor een cultuur van Europese solidariteit gestoeld op besef van wederzijdse afhankelijkheid en gedeelde kwetsbaarheid meer dan kinderlijk.

Snapt GroenLinks dan echt niet dat de bankenunie, de Euro-obligaties en het Schuldverminderingsfonds dat de partij wil, neerkomen op qua omvang en duur ongelimiteerde transfers van Noord naar Zuid, van crediteurlanden naar debiteurlanden, en dat daarvoor ten enemale de benodigde solidariteit want demos ontbreekt? Denkt GroenLinks werkelijk dat het Nederlandse electoraat in haar eigen, door Europa afgedwongen uur van nood bereid is om op jaarbasis luttele miljarden naar Zuid-Europa te transfereren?

En is GroenLinks serieus van mening dat het democratische vagevuur waarin het Europese semester zich bevindt – zie Voorlichting van de Raad van State van januari jongstleden – verholpen kan worden door Rehn verantwoording te laten afleggen aan het Europees parlement? En dat het democratisch tekort van de EU verdwijnt door de Europese partijen 'topkandidaten' naar voren te laten schuiven die via TV-debatten moeten uitmaken wie voorzitter van de Europese Commissie mag worden?

En wat dat wantrouwen betreft: heeft GroenLinks dan echt niet door dat de koortsachtige Brusselse institutiebouw die de Europese Monetaire Unie politiek moet voltooien maar een doel heeft: hoe ervoor te zorgen dat lidstaten zich eindelijk aan die vemaledijdde neoliberale convergentiecriteria houden? Zie Draghi's zelffelicitatie van 3 juni jongstleden: 'onze belofte om alles te doen wat nodig is om de Euro te redden was bedoeld om de rentestanden op staatsobligaties net onder hun paniekniveau te houden ten einde druk op de begrotingsketel te houden, niet om een definitieve oplossing te bieden voor de solvabiliteit van overheden'.

Wantrouwen is de naam van het Brusselse spel, en dat heeft alles te maken met de basisfout van de Europese Monetaire Unie: te grote politieke, culturele, sociale en economische verschillen tussen de lidstaten, die nog versterkt worden door de macroeconomische effecten van een monetaire unie die 'one size fits none'-beleid afdwingt: divergentie in plaats van convergentie. Terwijl Duitsland in 2015 een overschot op de begroting heeft, duikelen Spanje, Frankrijk, Nederland en Finland alleen maar dieper in de min.

Politiek gevaarlijk

En tot slot het politieke gevaar. Gegeven het kinderlijk naïeve en boterzachte karakter van de constructieve kritiek van GroenLinks dreigt levensgroot het gevaar dat alleen de strategische inzet van het GroenLinkse perspectief op de toekomst van Europa blijft hangen. Ik citeer: 'Bij de invoering van de euro is gekozen voor een gammele constructie, waardoor de muntunie nu in nood is. Die constructiefouten moeten worden hersteld, als we de crisis willen overwinnen.' Oftewel: de EMU is onaf en moet worden afgemaakt (bedoelde double entendre).

Nog afgezien van de manke diagnose – het is niet de gammele constructie die de eurocrisis heeft veroorzaakt, maar de muntunie zelf – is het verbluffend onorigineel. Dit is de inzet van alle middenpartijen, unclusief de loze belofte van een referendum bij verdragswijziging! Sterker nog: hiermee nestelt GroenLinks zich midden in de Eurofiele consensus, die zich meer en meer laat kennen als realiteitsontkennend utopisme van de kwalijkste, intolerantste soort.

Het is vintage GroenLinks. Het ademt namelijk dezelfde mix van blijmoedig idealisme en politiek gefröbel waarmee Jolande Sap op 26 april 2012 haar handtekening zette onder dat suïcidepact dat in de parlementaire annalen bekend is komen te staan als Lente-akkoord. Het vaagde GroenLinks tijdens de verkiezing van 12 september vorig jaar – terecht – weg en doet Nederlandse burgers en bedrijven dit jaar – door procyclische lastenverzwaringen ter waarde van 12 miljard euro – zoveel onnodige pijn. Waarvoor, namens de Nederlandse burgerij, nog altijd hartelijke dank, Jolande.

En het is hetzelfde mengsel van goedbedoelende superioriteit en hemeltergende naïviteit die Bram van Ojik een jaar later weer even unverfroren aan de dag legt als hij in NRC handelsblad fris en vrolijk laat optekenen dat er met hem altijd te spreken valt over een 'groene' invulling van dat vierde pakket van ombuigingen dat voor augustus op de rol staat en naar alle waarschijnlijkheid de nekslag voor de Nederlandse economie gaat betekenen.

Ik vind het onvoorstelbaar dat je als progressieve politieke partij tijdens de diepste crisis van het gefinancialiseerde kapitalisme ooit, zo weinig gevoel voor het politiek-historische moment aan de dag legt. Waar ben je voor opgericht? Waarom is GroenLinks op aarde? Waarom zijn al die gedreven, goedbedoelende GroenLinksers de politiek ingegaan? Wat is de raison d'être van GroenLinks – en dat bedoel ik precies zo diep existentialistisch als het klinkt.

Om wat 'groene' kraaltjes binnen te harken over de rug van het sociaal-economisch leed van miljoenen? Om je met je kritisch-constructieve opstelling gelukzalig verheven te voelen boven de nee-zeggers van PVV en SP terwijl om je heen Nederland en Europa in elkaar storten?

Wat een tenenkrommend politiek gefröbel.