Premieshoppen

In een uitzending van Nieuwsuur werd bekend gemaakt dat een Nederlands transportbedrijf zich op grote schaal bezighield met het zogenaamde 'premieshoppen.' Nederlandse werknemers waren in dienst van een Cypriotisch uitzendbureau dat door het Nederlandse bedrijf werd ingehuurd. Dit omdat de sociale lasten op Cyprus een stuk lager zijn. Toen het bedrijf failliet ging, bleken de werknemers geen recht te hebben op WW.

Enige tijd daarvoor was er ook al ophef over Poolse chauffeurs die via een vergelijkbare constructie in Nederland werken voor een Pools loon. In beide gevallen werden Nederlandse afspraken over loon en sociale lasten omzeild, terwijl het Nederlandse bedrijven en werknemers betrof. Terecht werden beide gevallen beschouwd als een aanval op de Nederlandse welvaartsstaat. De opschudding getuigt echter ook van een enorme naïviteit over de werking van mondialisering.

Onder invloed van de mondialisering wordt het verschil tussen binnen- en buitenland voor de economie steeds minder belangrijk. Goederen, diensten en kapitaal kunnen zich vrijelijk bewegen over de aarde. Naarmate de mondialisering versnelt en verdiept wordt de economische homogeniteit op de wereld steeds groter. Wanneer het om arbeidsstandaarden, milieunormen of belastingen gaat zullen bedrijven gedwongen worden daar te produceren waar het niveau van deze productiekosten het laagst is.

Om deze reden is een groot deel van de maakindustrie al verplaatst naar lagelonenlanden en beginnen bedrijven in de dienstensector in Nederland steeds meer last te krijgen van concurrentie uit bijvoorbeeld India. Dat nu personeel in Nederland aan het werk is onder niet-Nederlandse arbeidsstandaarden is slechts de volgende stap. Er moet een groter besef komen dat met de producten en diensten die worden geïmporteerd uit het buitenland ook de arbeidsstandaarden en milieunormen uit die landen worden binnengehaald. Het is door de druk van de markt op termijn onmogelijk om mondialisering te combineren met verschillen in loon of milieueisen.

Uiteindelijk zal de markt afdwingen dat ieder land zich aanpast aan de laagste productiekosten. Wanneer een land deelneemt aan de mondialisering impliceert dat de goedkeuring van deze lage productiekosten evenals de acceptatie dat de binnenlandse productiekosten zich naar hetzelfde niveau zullen bewegen. Mondialisering veronderstelt dus dat staten hun economie overleveren aan de logica van de markt, waardoor de verzorgingsstaat steeds verder in het nauw komt. Landen zullen steeds minder mogelijkheden krijgen om voorwaarden te stellen aan de manier waarop geproduceerd wordt. In feite vereist mondialisering dus neoliberaal beleid.

Dat er veel weerstand is tegen dit beleid blijkt wel uit de ophef die is ontstaan over Poolse vrachtwagenchauffeurs of het 'premieshoppen.' De roep om de Poolse vrachtwagenchauffeurs volgens de Nederlandse CAO te betalen, of om het 'premieshoppen' te verbieden is in feite een roep om protectionisme tegen het neoliberale beleid dat de mondialisering vereist. Ook tussen staten is er onenigheid over mondialisering.

Niet voor niets zit er al 10 jaar weinig schot in de WTO-onderhandelingen en lukt het niet om een nieuw klimaatakkoord te sluiten. Landen met gemiddeld lage productiekosten vrezen voor hun concurrentiepositie en landen met hoge kosten vrezen dat hun standaarden teveel naar beneden moeten worden bijgesteld, wat onacceptabel is voor hun bevolking.

Een internationale trend

Terwijl de (internationale) politiek verdeeld is, dendert de mondialisering op economisch vlak door. Hoewel de mondialisering voor een belangrijk deel mogelijk is gemaakt door staten, zijn deze staten de controle over het proces verloren. De onderhandelingen vanaf de Tweede Wereldoorlog in het kader van de GATT en later de Wereldhandelsorganisatie, maar ook het opheffen van de beperkingen op het vrije verkeer van kapitaal in de jaren tachtig, hebben de economie steeds onafhankelijker gemaakt van de staat.

Doordat de actoren in deze internationale economie eensgezind een neoliberaal beleid nastreven en de staten in de wereld juist verdeeld zijn, krijgt het neoliberalisme steeds meer de overhand. Staten durven steeds minder tegen te stribbelen uit angst dat zij door financiële markten en bedrijven in de steek worden gelaten en zo hun welvaart verliezen. Een proces dat door Thomas Friedman werd aangeduid als de golden straitjacket. Zo ontstaat er een wereldwijd imperium van de markt dat langzaam politieke onafhankelijkheid teniet doet en geen ander beleid accepteert dan het neoliberale marktdenken.

Als gevolg van de onmacht van de natiestaat om het imperium van de markt het hoofd te bieden groeit het wantrouwen van de bevolkingen tegen hun overheid en ontstaat er steeds meer verzet. Niet alleen van anti-globalisten, maar ook bij burgers die het onacceptabel vinden dat er in Nederland mensen werken tegen Poolse of Cypriotische arbeidsstandaarden.

Controle

De meest elegante manier om weer politieke controle te krijgen over de economie is om verregaande internationale afspraken te maken. Een wereldwijd minimumloon, gelijke milieueisen en een universeel belastingsysteem zijn voorbeelden van dit soort afspraken. Gezien de onenigheid die er nu al is over minder ingrijpende zaken is het volstrekt illusoir om te denken dat over deze maatregelen een consensus bereikt kan worden.

De enige andere manier om het proces van mondialisering onder controle te krijgen is via vormen van protectionisme. Staten kunnen besluiten geen producten en diensten meer toe te laten die geproduceerd worden met milieuvervuilende technieken, of voor minder dan een vastgesteld minimumloon. Zo worden nu al producten gemaakt met kinderarbeid geweerd. Vaak wordt er gewezen op de gevaren van protectionisme. Het zou zorgen voor een daling van de welvaart en conflicten tussen staten in de hand werken, zie de jaren dertig. De gevolgen van de mondialisering en het imperium van de markt moeten echter niet worden onderschat.

Het gevoel dat bij veel mensen leeft hun eigen lot niet langer in de hand te hebben en het groeiende wantrouwen tegen democratisch gekozen regeringen kunnen voor grote binnenlandse problemen zorgen en daarmee ook zeer destructief uitpakken. De ophef over Poolse chauffeurs en 'premieshoppen' is hiervan slechts een voorproefje.

In Spanje zijn al een aantal grote demonstraties en stakingen geweest, in Portugal wordt zelfs gesproken over een nieuwe Anjerrevolutie en in Griekenland vindt een forse groei plaats van de extreem rechtse partij Gouden dageraad. Verontrustende gebeurtenissen veroorzaakt door de druk van de mondialisering. De balans tussen protectionisme en mondialisering moet hersteld worden.