Er waaide een harde, gure wind. Een net aan de puberteit begonnen jongen fietste de lange tocht van school naar huis, hartje winter. Of het niet erger kon, begon het keihard te regenen. Tot op het bot doorweekt en ijskoud smeekte de jongen, niet bepaald gelovig, god om dit te laten stoppen. Uiteraard veranderde dit niets. Toen drong een diep besef door. Er is geen god, er is geen reden, er is gewoon. Dit was het startpunt van een zoektocht naar de zin van het leven.

Alles is f*cked - Mark Manson

Iedereen haalt eigen lessen uit een boek. Lessen die stroken met de waarden van diegene en diens ervaringen tot dan toe. Het boek Alles is F*cked van Mark Manson sloot op het moment dat ik het las bijzonder goed aan op de ideeën waar ik tot op dat moment mee speelde, reeds gevoed uit een reeks eerdere boeken.

Zoals Jason Hickels Less is More, over de ongewenste effecten van economische groei, en Yuval Noah Harari’s Homo Deus, zijn vervolg op Een kleine geschiedenis van de mensheid, waarin dit keer de toekomst van de mensheid centraal staat. Harari is overigens ook voor Manson een inspiratiebron geweest, wat in sommige delen van het boek duidelijk is terug te zien. 

De titel van het boek laat al direct zien wat je kunt verwachten, hoewel de ondertitel – A book about hope – je op het verkeerde spoor zet. Mark Manson neemt ons in Alles is F*cked mee in een reis langs de zinloosheid van het bestaan en de existentiële pijn die met dat besef gepaard gaat.

Deze thema’s speelden ook al in zijn eerdere boek, De edele kunst van not giving a f*ck. Je ziet echter dat de schrijver tussen die twee boeken een groei heeft doorgemaakt in zijn denken. In zijn nieuwe boek legt hij verdergaande verbanden, ondersteund door uitvoerige bronvermeldingen, geïllustreerd door persoonlijke anekdotes. 

Omarm ongemak 

Een belangrijke rode draad in het boek is omgaan met ongemak. Dit is ook meteen een leerpunt, bekeken vanuit het idee dat het hier gaat om een soort zelfhulpboek. Hoewel niet bepaald een gebruikelijk zelfhulpboek, dat vaak meer gericht is op het vinden van geluk. Nee, Mansons ‘les’ richt zich juist op het accepteren van lijden, als belangrijk en onvermijdelijk onderdeel van het leven. 

In die context beschrijft Manson hoeveel van ons dagelijks handelen gericht is op het vermijden van lijden. Verslavingen zijn daarvan een logisch voorbeeld, maar het is breder dan dat. Dit kenmerkt zich extra duidelijk in onze huidige tijdperk, met zijn explosie van afleidingen door reclames, sociale media en een algemene focus op kortstondig plezier. De remedie die Manson ons voorlegt, is onszelf te confronteren met deze pijn. 

Deze les uit zich in verschillende inzichten rond variërende thema’s. Een mooi deelthema dat Manson uitwerkt gaat over de interactie tussen twee delen van je psyche, het emotionele en het rationele brein.  

Dit idee, een vrije vertaling van Daniel Kahnemans Thinking Fast and Slow, stelt dat wij het idee hebben (of eigenlijk gewoon graag willen) dat het rationele brein aan het roer zit. Manson laat aan de hand van humoristische voorbeelden en onderzoek echter zien dat juist ons emotionele brein de touwtjes in handen heeft en dat het rationele brein hooguit een beetje bijstuurt. 

Het emotionele brein is gemotiveerd door kortetermijngenot en zorgt zo dat langetermijndenken naar de achtergrond wordt gedrukt. Waar het rationele brein probeert een belangrijke deadline voor studie of werk te halen, wil het emotionele brein het genotsgevoel van een leuk filmpje. Dat constante interne conflict wordt doorgaans gewonnen door de emotionele machthebber in onszelf. 

Hieruit kan GroenLinks wellicht een belangrijke les trekken. GroenLinks redeneert vaak vanuit de ratio en neemt de wetenschap als uitgangspunt voor het uitwerken van ideologie en standpunten. Daarmee missen we echter de aansluiting op het emotionele brein, dat van zulke kennis niet snel onder de indruk is. Integendeel: de wetenschap vertelt ons vaak dingen die we eigenlijk liever niet willen horen. Dat verklaart natuurlijk ook het succes van populistische partijen, die feilloos aansluiten op de behoeften van ons emotionele brein, om gesust te worden, afgeleid van ongemak en confrontatie.

“ Sinds de jaren zestig is verdere groei vooral ingezet om ons af te leiden van het resterende lijden ”

Een ander interessant punt dat zich specifiek richt op de afgelopen decennia is dat vooruitgang zich op twee manieren manifesteert. Tot een aantal decennia geleden werd technologie nog vooral ontwikkeld om ons leven structureel te verbeteren. Technologie zorgde ervoor dat een hoge mate van lijden (ziekten en intensief lichamelijk werk) werd beperkt tot een acceptabeler niveau. Sindsdien is echter een verschuiving te zien naar het vooral finetunen van bestaande technologie.

Die ontwikkeling is bovendien steeds meer gericht op het verhogen van comfort en van afleiding: het nieuwste technologische snufje op onze smartphone verrijkt ons leven vrijwel niet meer, maar het niet hebben ervan voelt wel als een gemis. 

Die bevinding is interessant als je het afzet tegen de ideeën uit bijvoorbeeld de Genuine Progress Indicator (GPI, Kubiszewski et al., 2013). Dit is een alternatief voor het bbp dat probeert welzijn in plaats van welvaart in kaart te brengen. De GPI laat zien dat sinds de jaren zestig van de vorige eeuw een ontkoppeling van economische groei en welzijn ontstaat. Sindsdien is verdere groei dus vooral ingezet om ons af te leiden van het resterende lijden. 

De maakbare samenleving 

Daarmee komen we aan bij het interessantste inzicht van dit boek, de zaag aan de poten van het idee van de maakbare samenleving. Manson beschrijft aan de hand van een reeks experimenten van Levari et al. (2018) hoe de mensheid een soort ingebakken mate van ontevredenheid heeft, die hij het blue dot effect noemt.  

Dit effect bouwt verder op dat van de hedonic treadmill, een bekend principe in de psychologie. Dit beschrijft hoe mensen gedurende hun leven een relatief stabiel niveau van tevredenheid behouden. Zelfs ingrijpende gebeurtenissen, zoals verlies van dierbaren of het winnen van een loterij, hebben meestal maar een kortdurend effect op het levensgeluk. Daarna wordt weer teruggekeerd naar de baseline. Manson voert dit idee verder en past het toe op de samenleving als geheel. Zelfs wanneer we de maatschappij perfect inrichten, leidt dit niet tot een verdere verbetering van het algeheel welzijn.

Mensen hebben ingebouwde verwachtingen. Als ze lange tijd blootgesteld worden aan positieve boodschappen, interpreteren ze deze gaandeweg steeds negatiever, om overeen te komen met hun verwachtingen. Dus hoe comfortabel en veilig we onze samenleving ook inrichten, de verwachtingen van mensen zorgen ervoor dat we dit nooit zo zullen ervaren. We zullen steeds minimalere tekenen van imperfectie uitvergroten, om een vergelijkbare mate van negatieve ervaring te behouden. 

Als we dit inzicht leggen naast het inzicht vanuit de Genuine Progress Indicator, suggereert dit dat er een plateau zit aan de mate van welzijn die we als samenleving kunnen bereiken. 

“ Misschien is het behalen van de binnengrens van de donut het hoogst haalbare ”

Voor ons politieke systeem volgt hieruit een belangrijke afweging: blijven we doorwerken naar een stip aan de horizon, waarin we een utopische samenleving nastreven? Of zetten we een standaard neer die als minimum kan worden beschouwd? Vergelijk het met de donut van Kate Raworth: misschien is het behalen van de binnengrens van deze donut het hoogst haalbare. Inzetten op de minimale voorwaarden voor een goed leven en verder accepteren dat een bepaalde mate van menselijk lijden en ontevredenheid over het bestaan onvermijdbaar is. Verdere inzet kan zich dan richten op het op een gezonde manier omgaan met dit ongemak en lijden. 

Conclusies 

Zoals gezegd hangt het er maar vanaf wat je uit een boek haalt. De inhoud van het boek is bepalend, maar ook je levensweg tot aan het punt van lezen. Deze homo sapiens kon de inzichten uit dit boek goed implementeren in zijn acceptatie van het ongemak dat hij lange tijd op verschillende manieren uit de weg probeerde te gaan. De confrontatie met onze sterfelijkheid en de inherente betekenisloosheid van ons leven als minimale fractie van de tijd van het universum.  

Dat uit de weg gaan blijkt niet het geluk te brengen waar we zo massaal naar streven. Een samenleving met maximaal geluk lijkt inderdaad utopisch. Maar als politici en maatschappelijk betrokken mensen kunnen we wel doelgericht inzetten op het voorkomen van overbodig lijden. Op het zo lang mogelijk leefbaar houden van onze aarde op een manier die rekening houdt met de kortetermijnbehoeftes van ons emotionele brein. Op het vergroten van onze maatschappelijke weerbaarheid in het omgaan met afleiding, door de overmaat aan verleidingen enorm in te dammen. En op het bieden van manieren om om te gaan met existentiële pijn 

En op persoonlijk niveau: houd het klein, met het loslaten van het voortdurend streven naar meer, het vergroten van aandacht voor elkaar en het leren om te gaan met en accepteren van ongemak, en het voelt toch alsof er enige zin in het leven te vinden is. 

En dan blijkt dat je toch wat meer zelfhulp hebt gelezen dan gedacht… 

Mark Manson, Alles is f*cked, A.W. Bruna Uitgevers, 2019