Interview Philipp Blom

Deze ideeën werkt historicus en filosoof Blom uit in zijn nieuwste boek Het grote wereldtoneel. Over de kracht van verbeelding in crisistijd dat vorig jaar verscheen bij De Bezige Bij. Hierin verzet Blom zich tegen klimaatverandering en kapitalisme en doet hij een felle oproep tot een nieuw soort samenleving.

Doordat we de natuur ondergeschikt aan de mens hebben gemaakt en oneindige groei nastreven, stevenen we af op een klimaatcatastrofe, zo concludeert hij. Als we dit willen voorkomen, is een nieuw verhaal en dus een nieuwe samenleving nodig.

De missie van Blom is allereerst ervoor te zorgen dat we ons deze nieuwe wereld kunnen voorstellen. Hiervoor gebruikt hij het toneel als metafoor. “Het wereldtoneel,” stelt Blom, “wacht op acteurs om aan een ander verhaal te beginnen.”

U hecht veel waarde aan de verhalen die wij onszelf individueel vertellen, maar ook als maatschappij. Waarom is dat zo belangrijk?

“Verhalen vormen de mens, ze bepalen onze identiteit. Wie wij geloven te zijn, hangt af van de verhalen waarmee we zijn opgegroeid. Ze geven zin aan ons leven – daarom beginnen we onszelf verhalen te vertellen. Kleine familieverhalen, maar ook grote culturele verhalen, over samenlevingen of zelfs de mensheid als geheel. Ze motiveren ons te doen wat we doen. Juist om die reden is het ook zo ontzettend belangrijk welke verhalen een maatschappij over zichzelf vertelt.”

    Portretfoto Philipp Blom
    Foto: Peter Valckx

    Verhalen liggen volgens Blom als aardlagen over elkaar heen. Er zijn persoonlijke verhalen en familieverhalen, het verhaal van de streek waar je vandaan komt. Nog dieper ligt het verhaal van de eigen nationale geschiedenis, en daaronder in ons geval het Europese verhaal. Hoe dieper we graven, hoe groter en omvattender de verhalen worden. Al deze verhalen beïnvloeden onze identiteit. In zijn boek gaat het Blom vooral om de diepste laag: het verhaal over onze relatie met de natuur.

    “Het is het verhaal waarin wij de aarde tot onderdaan maken van de mens – een verhaal dat we vervolgens over de hele wereld hebben uitgerold. In dit verhaal is geen sprake meer van een wederkerige relatie met de wereld om ons heen. De natuur is geen actieve deelnemer meer, want de mens maakt alles ondergeschikt aan zichzelf.

    De mens is de baas, zo luidt het verhaal nu. En dat leidt tot de opeenstapeling van heerschappij, verovering, uitbuiting en overheersing, die de recente geschiedenis heeft laten zien. Het is dit verhaal dat dominant is geworden – met alle gevolgen van dien voor het klimaat.”

    Blom wijdt een groot deel van zijn boek aan klimaatverandering. De mensheid onttrekt meer grondstoffen dan ooit aan de aarde, waarschuwt hij. We verbruiken elk jaar meer aardolie en stoten jaar na jaar meer CO2 uit – zoveel dat de voorspelde veranderingen van natuurlijke systemen allang werkelijkheid zijn geworden. Het wordt warmer, het aantal natuurrampen neemt toe, het poolijs smelt snel, de zeespiegel stijgt en er dreigt een mondiale ineenstorting van de biodiversiteit.

    De hoge economische groei die we sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt, heeft dan wel gezorgd voor ongekend goede levensstandaarden, maar heeft evengoed geleid tot ‘nooit eerder vertoonde schade en vernietiging’. Als we er niets tegen doen, zullen grote delen van Nederland onder water komen te liggen. In Londen zal het klimaat van het huidige Barcelona heersen, schrijft Blom.

    Niet alleen het ondergeschikt maken van de natuur aan de mens, maar vooral ook het idee van oneindige groei heeft desastreuze gevolgen voor het klimaat, schrijft u. Wat is het probleem van groei, en wat is het alternatief?

    “We houden onszelf een verhaal voor waarin andere mensen nog slimmer, nog mooier en nog rijker zijn dan wij. Consumptie is de manier om deel te kunnen nemen aan deze waan. Als je iets koopt waar een logo op staat, dan voel je je er onderdeel van. En als dat voortdurend verandert, als er steeds nieuwe producten op de markt verschijnen, moet je blijven kopen.

    Dat is een heel fragiele identiteit, maar deze onnodige hyperconsumptie is noodzakelijk om de groei vol te houden die onze economieën constant nastreven. De neveneffecten van dit groeibejag beginnen inmiddels door te dringen. Klimaatverandering is het meest prangende voorbeeld.”

      “ We houden onszelf voor dat andere mensen nog slimmer, mooier en rijker zijn dan wij. Consumptie is de manier om deel te nemen aan deze waan ”

      Maar dat betekent niet per se dat we helemaal af moeten van het idee van groei, of dat we anti-groei moeten worden. We moeten, zo zegt Blom, onze economie zien zoals ieder ander organisme – en er is geen organisme op aarde dat kan overleven door alleen maar te groeien. De centrale vraag wordt dan hoe dit organisme kan overleven.

      Door te kunnen groeien als de omstandigheden goed zijn, en te krimpen in mindere tijden, aldus Blom. Maar dat betekent wel dat we af moeten van het idee dat consumptie onze identiteit bepaalt.

      Het idee dat de natuur ondergeschikt is aan de mens is diep verankerd in onze samenleving. Meer aan de oppervlakte ligt het verhaal van het neoliberalisme, wat ook het verhaal is van het najagen van groei. Sinds de uitbraak van de coronapandemie lijkt dit verhaal aan populariteit te verliezen. Hoe verklaart u dat?

      “We zien dat het verhaal van het neoliberalisme ten onder gaat omdat het niet langer de antwoorden op onze vragen geeft. Het kan niet meer verklaren wat er met ons gebeurt. Als we de coronacrisis vanuit het perspectief van het neoliberalisme bekijken, zien we dat dit systeem gefaald heeft. De markt heeft niet kunnen reageren op wat nodig was.
      Overheden hebben massaal besloten grote groepen mensen te redden die economisch gezien het minst productief zijn. Dus het neoliberalisme had simpelweg geen antwoord op de realiteit. En dan beginnen er scheuren te ontstaan in het heersende verhaal, in dit geval het neoliberalisme. Op dat moment ontstaat een soort vacuüm in de hoofden en emoties van mensen, en daarbinnen ontstaat ruimte voor andere verhalen. Het wordt dan een soort strijd van verhalen die het tegen elkaar gaan opnemen.”

      “ We moeten terug naar het idee van een wederkerige relatie met de natuur, begrijpen dat we onderdeel van een geheel zijn. ”

      Het nieuwe verhaal dat Blom wil vertellen is eigenlijk niet zo nieuw, maar een verhaal dat we volgens hem allang kennen; namelijk dat we afhankelijk zijn van de natuur. We moeten de controle over de natuur – of liever de illusie van controle – volledig loslaten. We zijn onderdeel van de natuur: we staan er niet buiten, maar ín. Hier bouwt hij voort op de Franse filosoof Bruno Latour.

      Volgens Latour leven we in de ‘kritische zone’: we zijn onderdeel van een immens netwerk van actoren en factoren, en alles wat we doen heeft effect op iets anders. Het is volgens Blom een heel andere, maar absoluut noodzakelijke visie omdat het de ‘ketting van destructie’ doorbreekt, die anders zou leiden tot een klimaatcatastrofe.

      “We moeten terug naar het idee van een wederkerige relatie met de natuur. Als we dit doorhebben, als we begrijpen dat we onderdeel van een geheel zijn, heeft dat heeft enorme politieke, sociale en filosofische consequenties.”

      Denkt u dat het nog mogelijk is om mensen in deze tijd zo’n groot verhaal voor te houden?

      “De mens kan niet zonder verhalen. Maar het vergt wel grote inspanning om ze te overtuigen van een nieuw verhaal. Daarvoor moeten we in de eerste plaats al veel met elkaar delen. We moeten het eens zijn over de vraag wat een feit is en wat de spelregels zijn van een discussie. Als mensen dat niet delen, is het onmogelijk om ze te overtuigen.”

      Maar zijn die gedeelde normen er nog wel? Onze algemeen gedeelde opvatting van wat waarheid is, wordt aan alle kanten aangevallen. Sinds de uitbraak van de coronapandemie floreren de complottheorieën.

      “Wat is een complottheorie? Deze geeft eenvoudig zin aan een chaotische situatie die je anders niet kunt verklaren. Dat geeft mensen houvast. Je weet wie je vijand is, je bent niet langer hulpeloos.”

      En is het dan nog wel mogelijk om mensen warm te laten lopen voor een verhaal dat gebaseerd is op een gedeelde opvatting van waarheid?

      “Als we daarin niet zouden geloven, moeten we het opgeven. Maar dat moeten we niet doen. Het is zeker mogelijk mensen te overtuigen. En de natuur staat op dit punt achter ons. Mensen zien zelf ook dat het niet goed gaat met de natuur. Ze zien dat de zomers steeds heter worden, en dat we geen echte winters meer hebben, geen Elfstedentochten meer.

      Het zijn kleine dingen, maar ze vormen wel de basis van de veranderende ervaringen van mensen. Hoe meer die ervaringen veranderen, hoe meer mensen open gaan staan voor alternatieve verhalen.”

      Nu de oude verhalen afbrokkelen, ontstaat er volgens u een vacuüm dat gevuld moet worden met nieuwe verhalen en perspectieven. Vanuit extreemrechts wordt op dit moment een heel duidelijk alternatief geboden. We zagen dat duidelijk bij Trump. En ook in veel andere landen wordt eenzelfde politiek uitgedragen. Wat is de aantrekkingskracht van dat soort verhalen?

      “We zien dat het neoliberalisme veel mensen op financieel en sociaal gebied heeft achtergelaten. Het biedt voor zoveel mensen geen antwoorden, dat mensen zeggen – en dat is volgens mij heel rationeel – ‘als dit democratie en liberalisme is, dan heb ik dat niet nodig’.

       Als mensen zien dat ze er niet vooruit mee kunnen komen, als ze zien dat de naoorlogse belofte dat iedere nieuwe generatie het beter zal gaan krijgen dan de vorige niet meer opgaat, dan keren ze zich tegen het verhaal van het liberalisme en de democratie. Ze gaan dan op zoek naar iets anders – en dat vinden ze bij de Trumps van deze wereld.

      De strijd om de toekomst wordt dan ook niet gewonnen door het nobelste, maar door het meest doeltreffende verhaal.”

      Aan de andere kant hoorden we vanuit links lange tijd helemaal geen groot, aantrekkelijk verhaal. Er was geen visie, terwijl juist links de tijd mee lijkt te hebben: klimaatverandering blijft zich voltrekken, de ongelijkheid groeit steeds verder. Met de komst van de Green New Deal lijkt hier verandering in te zijn gekomen. Hoe komt dat links het zo lang heeft laten lopen?

      “Het is rampzalig. Ik denk dat links angstig geworden is. Het failliet van het socialisme zit nog altijd in de botten van het huidige links. Tijdens de naoorlogse periode werd een wedstrijd gespeeld tussen het kapitalistische westen en het communistische oosten. Het ging hierbij vooral om de positie van de ‘kleine man’: welk systeem zorgde het beste voor hem?

      Juist daarom was er in de kapitalistische landen sprake van een evenwicht tussen werknemers en werkgevers, tussen politiek en vakbonden. Onder president Eisenhower, bijvoorbeeld, was de inkomstenbelasting op de topinkomens 90 procent. Maar daarna, met het wegvallen van het communisme, kwam de triomf van de globalisering, waarmee de kleine man uit het oog werd verloren. Kapitalistische landen hoefden zich niet meer om hem of haar te bekommeren, omdat de angst voor het communisme was weggevallen.”

      De arbeidersklasse raakte verdeeld en gefragmenteerd, gaat Blom verder. Het werd een steeds minder solide basis voor linkse politieke partijen – en dus begonnen ze een andere doelgroep aan te spreken: hoogopgeleide stedelingen. Hiermee veranderde niet alleen de focus van het electoraat, maar ook van de inhoudelijke programma’s.

      “Om de hoogopgeleide stedelingen aan te spreken, moet je geen sociaaleconomische strijd voeren, maar moest links zich richten op identiteitspolitiek. Het is niet zo dat dat geen belangrijk onderwerp is, maar het betekent wel dat de voormalige leden van de arbeidersklasse nu politiek dakloos zijn geworden.”

      Pleit u voor een terugkeer naar sociaaleconomische thema’s? Moet links weer een klassenstrijd gaan voeren om de arbeidersklasse weer te mobiliseren?

      “Er is geen arbeidersklasse meer, dat is het probleem. Althans, geen groep arbeiders met een collectieve identiteit en onderlinge solidariteit. Maar er zijn wel veel mensen voor wie het toekomstbeeld uitzichtloos is. Links zou die mensen een verhaal voor moeten houden.

      Ze moet vertellen: ‘Jullie willen in een betere wereld leven, en zo kan die eruitzien en op die manier kunnen we er komen.’ Maar dat gebeurt simpelweg niet in linkse politiek van nu.”

      Waarom gebeurt dat niet?

      “Het heeft, denk ik, te maken met een gebrek aan moed. Een zeker historisch trauma ook, van het wegvallen van het communisme. Maar zeker ook een gebrek aan besef van de veranderde structuren in de maatschappij. Linkse partijen hebben deze veranderingen nog niet verwerkt.

        “ Als je het niet aandurft om grote verhalen te vertellen, dan ben je een manager, geen politicus. Dan verdien je het niet om verkozen te worden ”

        Ze bedrijven ofwel traditionele linkse politiek, voor een klasse die niet meer bestaat. Of ze richten zich op een nieuwe linkse identiteitspolitiek die de meeste mensen simpelweg niet aanspreekt. Maar een echt verhaal vertellen over hoe een maatschappij kan veranderen, en hoe dat een voordeel kan zijn voor alle mensen, dat vraagt moed!

        En als je dat niet durft, als je het niet aandurft om grote verhalen te vertellen, dan ben je een manager, geen politicus. Dan verdien je het niet om verkozen te worden.”

        Is het niet waarschijnlijk dat mensen die het economisch zwaar hebben, weinig behoefte hebben aan een ecologisch verhaal met minder groei? Is het niet begrijpelijk dat ook zij willen consumeren, dat zij financieel willen groeien?

        “Zeker. Als het leidende verhaal ‘consumeren’ is, dan voelen veel mensen de noodzaak om eraan te kunnen deelnemen. Maar dan komen anderen ineens vertellen dat ze die groei en consumptie niet mogen hebben. Hetzelfde mechanisme vindt plaats in de voormalige gekoloniseerde landen, die van de westerse landen geen fossiele brandstoffen mogen gebruiken om klimaatverandering tegen te gaan. Dat is inderdaad een groot probleem.

        Maar als mensen zien dat hun leven vast begint te lopen, dat zij of hun kinderen niet meer vooruit kunnen, dan beginnen ze open te staan voor alternatieven. Je zult moeten beginnen met kleinschalige projecten die de mensen laten zien dat het anders kan.

        Denk bijvoorbeeld aan de groene straten, waar geen auto’s mogen parkeren maar tuintjes aangelegd worden. Misschien vinden mensen het in het begin lastig, of zelfs belachelijk, maar na verloop van tijd beginnen ook zij de kwaliteiten ervan in te zien. Dat is een manier om mensen te laten voelen en zien dat het anders kan.

        Het is dus wel een oplosbaar probleem. We kunnen bijvoorbeeld – zo vertelde econoom Adam Tooze mij eens – technologieën voor hernieuwbare energie patentvrij op het internet zetten, zodat India zijn fossiele fase gewoon kan overslaan. Zonder patenten kunnen ze die betere en misschien zelfs goedkopere technologie gebruiken. Er zijn dus wel dingen die we kunnen doen.

        Een basisinkomen is een ander voorbeeld. In een samenleving met een basisinkomen zou consumptie simpelweg minder belangrijk worden. Iedereen is dan verzekerd van genoeg geld, waardoor de drang om zich middels spullen te onderscheiden van anderen deels wegvalt.

        Ook zouden we bijvoorbeeld werk anders kunnen definiëren, door het niet slechts te zien als betaalde arbeid. Een ander voorbeeld is winst, wat we niet alleen in economische, maar ook in sociale termen zouden kunnen zien. Welke maatschappelijke winst behaalt een bedrijf?”

        Een crisis wordt vaak gezien als kantelpunt, als moment waarop vervolgens alles anders wordt. Maar na de crisis van 2008 zijn we volledig doorgegaan op de oude weg. Bent u niet bang dat we na de coronacrisis dezelfde fout zullen maken?

        “Ja en nee. Ja, omdat het zeker de intentie van veel mensen is; die willen terug naar het oude normaal. Ze zien dus niet dat ‘de normaliteit’ voor veel mensen al niet prettig was. Maar het is wel een heel menselijke reactie. Voor mensen is de tijd van hun jeugd het ‘normaal’, dat is hun ideale tijd. Alles wordt vervolgens afgespiegeld tegen die tijd. Dat is psychologisch heel goed te verklaren, maar politiek gezien niet erg nuttig.

        Aan de andere kant weten we niet hoe de coronacrisis af gaat lopen. Het kan zeker nog een jaar of twee doorgaan. Het is dus nu niet aan de orde om te zeggen dat we teruggaan naar de wereld zoals die was. Er is in de tussentijd ook wel degelijk een fundamentele breuk gekomen tussen ‘ervoor’ en ‘erna’. Maar de vraag is hoe diep die breuk is.

        Ik denk niet dat ze voldoende sterk is om een nieuwe wereldorde te scheppen. Ik denk wel dat ze sterk genoeg is om nog meer mensen in de armen van de autoritaire leiders te drijven, omdat zij eenvoudige schuldigen aanwijzen. Daar zie ik een gevaar.

        Aan de andere kant is de coronacrisis onderdeel van een nog grotere crisis: die van klimaatverandering. Dat is de meest constructieve manier om ernaar te kijken.

        De crisis biedt gevaren, zoals de opkomst van autoritaire leiders. Maar ook openingen voor een nieuw, progressief verhaal. Een verhaal waarin de economie de mens dient zonder constante neiging tot groei en waarin de wederkerige relatie tussen mens en natuur centraal staat.”

          - CV Philipp Blom -

          Geboren
          1970, Hamburg

          Studie
          Filosofie en geschiedenis aan de Universiteit van Wenen en Oxford. Promoveerde aan Oxford in de filosofie.

          Werk
          Blom werkt als vertaler en journalist voor onder meer de Times Literary Supplement en de Frankfurter Allgemeine Zeitung. Ook is hij regelmatig te gast in het televisieprogramma Het Filosofisch Kwintet (Blom spreekt goed Nederlands dankzij zijn Nederlandse moeder).

          In 1995 debuteerde hij met de roman Simmons Papers. Er volgden meer dan tien non-fictieboeken, waaronder De duizelingwekkende jaren. Europa 1900-1914 (2008), Wat op het spel staat (2017) en Een Italiaanse reis. Een zoektocht naar de herkomst van mijn viool (2019).