De traditionele partijendemocratie heeft het steeds moeilijker. Het electoraat is onvoorspelbaarder dan ooit, het grootste gedeelte van de kiezers zweeft tot het laatste moment, en de politiek heeft concurrentie van maatschappelijke organisaties, lobby's en politieke bewegingen. Hebben partijen toekomst, en zo ja, hoe blijven ze belangrijk?

Handelswaar

Dagkoersen bepalen de waarde van politieke partijen, van het partijkader, de aangewezen volksvertegenwoordigers en het gedachtegoed. En deze koersen worden meer dan ooit bepaald door personen, niet door programma's. Het opstappen van Job Cohen als fractievoorzitter van de PvdA, en de kandidaatstelling van Tofik Dibi voor het lijsttrekkerschap van GroenLinks resulteerden in forse dalingen in de peilingen voor beide partijen. Beide gebeurtenissen hielden nauwelijks verband met politiek-inhoudelijke onderwerpen.

Maar niet alleen de kiezer zweeft, politieke partijen gebruiken standpunten opzichtig als handelswaar. Programmapunten zijn inwisselbaar bij de gewenste coalitie- dan wel oppositiepartner, of erger, worden in een veranderde politieke realiteit simpelweg afgevallen. Minister Spies (Binnenlandse Zaken, CDA) bijvoorbeeld, besloot na de breuk met gedoogpartner PVV het boerkaverbod niet langer te steunen. Zijn programmapunten zo vluchtig? PvdA fractievoorzitter Diederik Samsom bekritiseerde tijdens het debat over het Lenteakkoord de heffing van liggeld voor ziekenhuisbezoekers, terwijl deze maatregel onderdeel was van het meest recente verkiezingsprogramma van zijn partij. Dit lukraak opvoeren, afserveren en inzetten van standpunten zorgt zowel voor verwijdering van de kiezer, als van de partij-ideologie. Wat wil de partij of politicus nou eigenlijk?

Onvrede

Gevolg: onvrede. Wie het oneens is met gevoerd beleid, of zich ondervertegenwoordigd voelt start dan maar een beweging. Bezorgde ouderen richtten een beweging op in de vorm van een partij, ontevreden jongeren bundelen nu hun krachten in G500 en bedachten een strategie om via bestaande machtsblokken invloed te winnen. Traditionele partijen moeten deze ontwikkelingen aanpakken als uitnodiging voor samenwerking en zich richten op punten waar hetzelfde doel wordt nagestreefd. Zij zouden natuurlijk als vanzelfsprekend kiezers van alle leeftijden moeten vertegenwoordigen.

Maar misschien wel belangrijker: voor burgers is de politiek inmiddels slechts één van vele verschillende belangenbehartigers, waar het voorheen de enige belangrijke was. Industrieën en maatschappelijke organisaties vertegenwoordigen net zo goed burgers, zij oefenen hun macht uit via lobby's en campagnes. Een wettelijk verbod op het verwerken van de plofkip is nagenoeg overbodig geworden door de acties van Wakker Dier, direct gericht op de bedrijven die het aangaat. In slechts een paar maanden tijd wist Wakker Dier met beperkte middelen een effect te sorteren dat via politieke wegen langdurig en kostbaar was geweest.

Ook burgers zelf zien steeds meer in dat invloed niet alleen verloopt via politieke wegen. Zij stappen in, waar politici en toezichthouders steken laten vallen of hun taak verzuimen. Huurders van Vestia hebben via de Landelijke Huurdersraad invloed geëist op het uitvoeren van de ingrijpende reorganisatie uit angst dat (wederom) het belang van de huurder niet wordt behartigd. Het besef dat het openen van een bankrekening bij een bonusloze bank of het kiezen voor grijze of groene energie steeds een invloedrijke keuze is, wint terrein. De mondige burger vindt zijn weg wel, linksom of rechtsom.

Politieke bewegingen

Maak dus van partijen politieke bewegingen, eventueel met de interne partijdemocratie van traditionele partijen. Voer laaggeprijsde lidmaatschappen in die leden een stem geven bij interne verkiezingen, inhoudelijke twisten en bij het opstellen van verkiezingsprogramma's. Dit bevordert bovendien lidmaatschap van meerdere partijen, zoals bij G500 gangbaar is. Door de drempel naar partijen te verlagen kunnen zij beter naar de kiezer luisteren, krijgen ze een duidelijker gedragen mandaat en worden daardoor minder kwetsbaar voor de grillen van de zwevende kiezer en ongefundeerde peilingen. Partijen moeten open worden naar het electoraat, en naar elkaar. Schuw ook inhoudelijke lijstverbindingen niet, nu partijprogramma's op veel punten inwisselbaar zijn geworden.