Technologie speelt een belangrijke rol in ons leven. Dat is al enige millennia zo, maar de laatste jaren is die rol wel flink groter geworden. Digitale technologieën – internet, smartphone, andere ‘slimme’ apparaten – zijn niet meer weg te denken uit ons werk, ons huis, het straatbeeld. In filosofische zin kun je zeggen dat techniek een stukje van onszelf is geworden – en wij dus allen cyborgs.
Sommigen zijn bang voor deze ontwikkelingen. Het gaat ze allemaal ‘te snel’. Of ze nemen waar dat technologie mensen machteloos maakt en kwetsbaar – spionage, cyberaanval, stroomuitval. We weten niet hoe de apparaten werken die ons leven beheersen en controleren. Privacy is een wassen neus geworden. Anderen zijn optimistischer: digitale- en andere technieken maken vooral mooie dingen mogelijk. Goed gebruik van data brengt slimme oplossingen voor problemen die ook in de stad spelen binnen handbereik. Bijvoorbeeld op het gebied van verkeer en veiligheid maar ook voor duurzaamheid en gezondheid heeft ‘big data’ de toekomst. (zie de special van de Helling, winter 2016)
Het is misschien wel waar dat mensen niet weten hoe de meeste apparaten werken, maar ze kunnen er evengoed hun leven mee verrijken. Met internet en hun smartphone kunnen ze gemakkelijker deelnemen aan het openbare leven. Technologie, met andere woorden, is ook een belofte voor meer meedoen in de stad. GroenLinks ziet de bezwaren en erkent de voordelen van technologische ontwikkelingen. Maar hoe dan ook: er is geen weg terug; de ontwikkelingen gaan razendsnel en zijn niet te stoppen. Maar technologie is niet ‘objectief’ of ‘neutraal’: het heeft invloed op onze levens.