Les 1. De kern: het doorgeslagen kapitalisme 

We openden ons stuk met de stelling dat het kapitalisme niet meer werkt. Dat riep veel reacties op. Sommige mensen vroegen kritisch of het kapitalisme ooit wél heeft gewerkt. Anderen vroegen welk systeem we dan wilden. Er is toch niet echt een alternatief?  

Gek genoeg voelt uitgesproken kapitalismekritiek vaak als een radicale daad. Zo gek is dit niet. Het kapitalisme wordt al zo lang neergezet als het enige juiste systeem dat we als samenleving vergeten lijken te zijn wat het precies betekent. Zelfs het woord kapitalisme leek lange tijd taboe.

De verwarring die onze kapitalismekritiek oproept, is dan ook niet gek. Vooral omdat we niet scherp definieerden wat we bedoelen. Onze definitie van kapitalisme is tweeledig. Ten eerste is kapitalisme een beschrijving van een maatschappelijke ordening, een systeem waarbij de productiemiddelen - machines, grond, gebouwen en grondstoffen - in handen zijn van particulieren.

Je kunt kapitalisme daarnaast ook definiëren als een uitgesproken ideologie, de overtuiging dat het verzamelen van privaat kapitaal het leidend principe zou moeten zijn om de samenleving in te richten. Op beide manieren komt hét kapitalisme nergens voor, het is een ‘-isme’, een beschrijving van een ‘ideaalsituatie’ die niet bestaat. 

“ In zijn reactie wijst Wijnand Duyvendak erop dat het aan banden leggen van kapitaal een voorwaarde is om onze doelen als GroenLinks te behalen ”

Tegelijk is onze samenleving volgens beide definities steeds kapitalistischer geworden. In vrijwel ieder domein is de nadruk op het verzamelen van private rijkdom gegroeid. Kapitalismekritiek is dan ook helemaal niet zo revolutionair als het klinkt. Het betekent simpelweg dat we die ontwikkeling een heel eind willen terugduwen. Dat we plekken in onze samenleving willen creëren waar even geen winst wordt gemaakt. Dat we onszelf en onze omgeving beschermen tegen uitbuiting. En dat we kiezen voor meer gezamenlijkheid.  

In zijn reactie wijst Wijnand Duyvendak erop dat het aan banden leggen van kapitaal een voorwaarde is om onze doelen als GroenLinks te behalen. Pas als dat lukt, ontstaat er ruimte voor wat echt van waarde is: goed werk, vrije tijd, natuur, zorgzaamheid en gemeenschappelijkheid.  

Les 2. Tegenmacht als politieke missie 

Een ander onderdeel van ons stuk waarop veel reacties zijn gekomen, is onze nadruk op de coöperatieve economie. Overvragen we mensen niet? Hoeveel mensen hebben nu echt de tijd en energie voor buurttuintjes of energiecoöperaties? Zou de focus niet veel meer moeten liggen op bestaanszekerheid?

Wij herkennen ook deze kritiek. Het is duidelijk dat heel veel mensen niet in de positie zijn om zich te bemoeien met het bestuur. Voor hen moet de focus liggen op zekerheid, goed werk, een goed inkomen, goede zorg. Daarnaast moeten mensen natuurlijk ook de tijd hebben. Een coöperatieve samenleving komt moeilijk van de grond als iedereen zich kapot werkt, zoals Jasper Blom opmerkt in zijn commentaar. 

Hoewel zekerheid dus prioriteit is voor veel mensen, zien wij gemeenschappelijke zeggenschap niet als een luxe-dingetje maar als een voorwaarde om het kapitalisme echt aan banden te kunnen leggen.

Koen Bruning heeft dat treffend verwoord in zijn artikel: de kernstrategie van neoliberalen om een volledig kapitalistische samenleving te creëren, was het uitschakelen van tegenmacht. Een écht democratische samenleving zou er tenslotte nooit voor kiezen om het verzamelen van kapitaal als hoogste doel neer te zetten.    

Illustratie van drie mensen voor een gebouw, die uit een koffer komen
Illustratie: Virginia Gabrielli

Om te beschermen wat wij als samenleving belangrijk vinden, moeten burgers daarom in positie worden gebracht om tegengas te bieden. Dit vereist meer dan een sterke overheid. Het gaat om het in stelling brengen van de samenleving om voor zichzelf op te komen op momenten dat het ertoe doet: als sociale huurwoningen worden verkocht, als natuur wordt opgeofferd voor meer asfalt of als een staalproducent vrij spel krijgt ten koste van omwonenden. Deze ‘politiek van de frictie’ - een term die Bruning ontleent aan filosoof Miriam Rasch - is geen bijzaak, het zou de kern moeten zijn van wat GroenLinks nastreeft.

Les 3. Nederland is geen eiland 

En dan het ontbreken van de internationale context. Dat leidde tot veel kritische reacties. In de woorden van Daniëlle Hirsch: Nederland is geen eiland. Onze economie is diep verweven met de wereld om ons heen. En op dit moment brengen we die wereld ernstige schade toe. Een voorbeeld is het Nederlandse ‘exportisme’ waarbij Nederland de economieën van Zuid-Europese landen ondermijnd door ze met onze export te overspoelen. Een ander voorbeeld is de enorme schade die in Nederland actieve bedrijven aanrichten in andere landen.  

Maar ook om de binnenlandse doelen te behalen die wij noemen in ons stuk, moeten we ons veel meer tot het buitenland verhouden. Hoe kun je anders bijvoorbeeld monopolies als Meta en Google bestrijden? En hoe kun je anders voorkomen dat vermogenden hun geld wegsluizen naar belastingparadijzen? 

De belangrijkste les… 

Tot zover de inhoudelijke lessen. Maar het belangrijkste wat we leerden is hoeveel energie er in onze partij zit. Er zijn ontzettend veel goede reacties binnen gekomen. Velen lieten weten dat ze blij zijn dat GroenLinks het fundamentele gesprek aangaat. Een duidelijk signaal dat we hier mee moeten doorgaan.

De belangrijkste opbrengst van dit project is niet een product of manifest, maar het proces zelf. We willen de komende maanden daarom zoveel mogelijk in gesprek blijven. Vind je iets van wat je hier of op onze website hebt gelezen, laat het daarom vooral weten! 

E-mail: hrodenburg@groenlinks.nl.

Leeslijst

Een opvallend verzoek dat we kregen, was de oproep om een leeslijst te delen met boeken die ons het meest inspireren. Hierbij onze top drie:  

  1. Jason Hickel. Minder is Meer. Hoe degrowth de wereld zal redden
  2. Martin Sandbu. The Economics of Belonging. A Radical Plan to Win Back the Left Behind and Achieve Prosperity for All
  3. Mariana Mazzucato. De ondernemende staat. Waarom de markt niet zonder overheid kan.

Het stuk van Senna Maatoug en Hans Rodenburg en alle andere bijdragen aan het debat zijn hier te vinden.