Anders dan de Volkskrant suggereerde, maakt GroenLinks onder Jolande Sap niet vaker gemene zaak met de SP dan ten tijde van Femke Halsema. Er is vooral continuïteit.

Volgens de Volkskrant van 17 december heeft GroenLinks na het aantreden van Jolande Sap een ruk naar links gemaakt. De partij zou het laatste jaar veel meer op de lijn van de SP zitten dan in de periode-Halsema. Onder Sap zou de partij zijn opschoven van progressief naar oud-links.

Deze conclusie wordt getrokken op basis van cijfers over het stemgedrag van fracties in de Tweede Kamer. Dat lijken harde feiten, maar ze kloppen niet. Integendeel, GroenLinks schuift eerder richting D66 dan richting de SP.

GroenLinks en SP

De Volkskrant baseert haar conclusie op cijfers van het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer, die wij ook mochten inzien. De SP diende tussen 1 januari 2006 en 31 december 2010 in totaal 2.101 moties in. GroenLinks steunde 1.527 van deze moties. Dat is 72 procent, zoals de Volkskrant rapporteert. Dat cijfer verhult echter dat over 349 van de SP-moties überhaupt niet is gestemd omdat deze werden ingetrokken of gewijzigd.  Van de 1.752 SP-moties die wél in stemming zijn gekomen steunde GroenLinks er 1.527 ofwel 87 procent.

Als we de correcte cijfers voor de periode-Sap en de periode-Halsema met elkaar vergelijken, dan zien we het volgende: GroenLinks steunde tussen 2006 en 2010 87 procent van de SP-moties. Tussen 1 januari 2011 en 30 november 2011 was dat 84 procent. Dat is een kleine daling in plaats van een grote stijging. Waar de Volkskrant-redacteuren een stijging zagen omdat ze een rekenfout hadden gemaakt, blijkt uit hun eigen cijfers dat GroenLinks onder Sap iets minder vaak SP-moties steunt dan onder Halsema.

Volgens de auteurs bevallen de GroenLinks-moties die zijn ingediend sinds het aantreden van Sap de SP beter. De socialisten steunden in het afgelopen jaar 87,5 procent van de GroenLinks-moties. Tussen 2006 en 2010 was dat, zo blijkt uit de cijfers waarop de Volkskrant zich baseert, 87,7 procent. Geen grote stijging in steun van de SP dus, maar een minieme daling. Als we kijken naar het daadwerkelijke stemgedrag van GroenLinks en SP, dan zien we dus geen schokkende toenadering van GroenLinks en SP maar eerder een heel kleine verwijdering.

GroenLinks en D66

De Volkskrant trekt op basis van haar gemankeerde analyse niet alleen conclusies over de relatie tussen GroenLinks en de SP, maar ook over D66. Er wordt gesteld dat GroenLinks zich onder Femke Halsema profileerde als links-liberaal en nauw contact met D66 zocht. Dit zou onder Jolande Sap zijn gestopt.

Hier levert het artikel geen cijfers bij, maar die heeft de Volkskrant wel gekregen van de Tweede Kamer. Uit deze cijfers blijkt dat GroenLinks in 2011 96 procent van de moties van D66 steunde. Tussen 2006 en 2010 was dat 91 procent. GroenLinks steunt D66-moties vaker dan dat ze SP-moties steunt. De mate waarin GroenLinks D66-moties steunt, is toegenomen. Onder Sap heeft GroenLinks bijna alle D66-moties gesteund. Als we uit deze cijfers al een verschuiving van GroenLinks kunnen destilleren, is dat dat GroenLinks onder Sap richting D66 opgeschoven is.

Voorzichtige conclusies

De Volkskrant trekt op basis van een rekenfout vergaande conclusies: GroenLinks zou een ruk naar links maken omdat GroenLinks vaker met de SP zou meestemmen. Als we hun eigen cijfers narekenen, dan zien we een heel andere beweging. Wij zien een kleine verwijdering tussen GroenLinks en de SP, en tegelijkertijd een kleine toenadering tussen D66 en GroenLinks. Wij zouden hieruit niet concluderen dat Sap een koerswijziging heeft ingezet. Sap zet de sociaal-liberale koers van Halsema eerder voort.

Uit eerder onderzoek blijkt dat het stemgedrag van partijen in de Tweede Kamer een grote mate van stabiliteit vertoont. Plotselinge veranderingen komen bijna altijd voort uit wijzigingen in de regeringssamenstelling. Nu er een rechtse regering is en de Europese crisis de aandacht al geruime tijd opeist, vinden GroenLinks en D66 elkaar nog vaker dan in de vorige kabinetsperiode.

Het is problematisch om deze wijzigingen in stemgedrag één op één te vertalen naar een inhoudelijke koerswijziging. Nog problematischer is het om dit allemaal op te hangen aan een leiderschapswisseling waaraan geen enkel inhoudelijk motief ten grondslag lag.

Hoewel het te prijzen is als journalisten zich op cijfers baseren, moeten ze wel uiterst voorzichtig zijn met de interpretatie daarvan – vooropgesteld dat de cijfers kloppen.