Het is al een honderd jaar oude traditie dat de wereld gespannen toekijkt welke tendens in de Amerikaanse buitenlandpolitiek de boventoon voert: internationalisme of isolationisme. De afgelopen decennia heeft het interventiebeleid een treurig hoogtepunt gekend onder president George W. Bush, waarna onder Obama en Trump het isolationisme overheerste. Onder president Biden zijn de Verenigde Staten weer bereid om een leidende rol te spelen. De Russische invasie in Oekraïne maakt het debat tussen internationalisten en isolationisten spannender dan ooit. Ook in Europa.

In Nederland heeft de Oekraïne-oorlog de stemming eveneens doen omslaan. In 2016 was het Nederlandse nee tegen het Associatieakkoord met Oekraïne een overwinning voor het isolationisme. De grote achterliggende vraag bij dit akkoord was immers: is het goed is voor de EU en voor Oekraïne om nauwer samen te werken? Het ging er niet zozeer om of het dierenwelzijn, de corruptiebestrijding of de rechtspraak in Oekraïne goed waren geregeld, maar of we bereid waren hier door middel van samenwerking verbetering in te brengen. De ‘eigen varkens eerst’-stroming won van het pleidooi om gezamenlijk stapjes vooruit te zetten. Oekraïne was niet lang daarvoor een groot stuk grondgebied kwijtgeraakt aan bezettende Russische militairen en pro-Russische opstandelingen. Bij deze door Moskou georkestreerde operatie werden per ongeluk 298 Nederlanders omgebracht, toen passagiersvlucht MH17 met een Russische Boek-raket uit de lucht werd gesloten. Het leverde Oekraïne nochtans geen sympathy vote op in Nederland. De afkeer van een conflict dat voor menigeen ver weg voelde won het van de solidariteit.

Westelijke Balkan
Westelijke Balkan. Kaart door Olahus. CC BY-SA 3.0

Minstens zo stevig had de Nederlandse afkeer van EU-uitbreiding postgevat. De Nederlandse bevolking vond de Unie na de uitbreidingsronde van 2007 voorlopig wel groot genoeg, zo bleek uit de Europese opinieonderzoeken, de ‘Eurobarometer’. De regering verstond dit geluid goed, ondanks dat Nederland al sinds 2003 keer op keer een Europese toekomst voor de landen op de westelijke Balkan had toegezegd.[1] De staten die na de burgeroorlogen van 1993-1995 en 1999-2001 uit Joegoslavië [2] waren voortgekomen, plus het vanouds geïsoleerde Albanië, werden sinds 2007 volledig omringd door de EU. Vanwege hun geografische ligging hadden ze krachtens het verdrag van de EU ook het recht om lidmaatschap aan te vragen. Bovendien zou toetreding een belangrijke stimulans zijn voor de ontwikkeling van de democratische rechtstaat, het verwerken van het oorlogsverleden en het tegengaan van nieuwe spanningen tussen landen en etnische groepen. Maar nieuwe lidstaten waren nu niet welkom.

Zoethoudertjes

Na een laatste, beperkte uitbreiding van de Unie in 2013, met Kroatië, behoorde Nederland met Frankrijk tot de voornaamste voorstanders van het opwerpen van extra blokkades voor toetreding. De voorzitter van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker, reageerde op de ‘uitbreidingsmoeheid’ met een moratorium van vijf jaar op verdere uitbreiding. Dit deed het enthousiasme voor de EU in de landen in de wachtkamer bekoelen. Het toetredingsproces vraagt van hen immers forse offers: de economie moet hervormd, heel veel wetten moeten aangepast, aangenomen en geïmplementeerd worden, staatssteun moet worden afgebouwd, conflicten met buurlanden moeten worden opgelost, vaak door middel van een pijnlijk compromis. Doordat spoedige toetreding van de baan was, nam ook de invloed van de EU op de Balkan af. De Russische en Chinese beïnvloeding werd juist groter.

Maar ook toen het moratorium ten einde liep bleven Frankrijk en Nederland op de rem staan. In 2018 en 2019 blokkeerden deze lidstaten herhaaldelijk de opening van toetredingsonderhandelingen met Albanië en Noord-Macedonië, hoewel de Commissie als onafhankelijk scheidsrechter deze stap had voorgesteld. De kandidaat-lidstaten hadden aan aanzienlijke (extra) eisen voldaan. Het land dat eerst bekend stond als Macedonië had zelfs zijn naam aangepast. De weigering van Frankrijk en Nederland om te beginnen met technische onderhandelingen kwam hard aan in de regio. Juncker noemde het een ‘historische vergissing’ die de geloofwaardigheid van de EU aantastte. Voor de Nederlandse regering had internationale geloofwaardigheid en stabiliteit op de Balkan geen prioriteit.

Na deze domper trachtte de Europese Commissie het uitbreidingsproces vlot te trekken door in februari 2020 de methode te herzien.[3] Daarbij stelde de Commissie nadrukkelijk dat de toetredingscriteria niet waren verzwaard. Wel werden de criteria ten aanzien van openbaar bestuur, rechtstaat en economie geclusterd en voorwaardelijk gesteld voor voortgang op andere terreinen. Gezien de ervaringen bij eerdere uitbreidingsrondes was dat geen onlogische stap, maar het was twijfelachtig of dit echt geen verzwaring was. Daarnaast werden regelmatig extra bijeenkomsten op hoog niveau georganiseerd en werd meer voorspelbare conditionaliteit aangekondigd. Maar die bijeenkomsten werden en worden bij gebrek aan concrete stappen vooral als zoethoudertjes gezien.

Kumanovo, Noord-Macedonië
Kumanovo, Noord-Macedonië

Bovendien weerhoudt de ‘voorspelbare conditionaliteit’ lidstaten er niet van om hun eigen belangen en overwegingen voorrang te geven. Noord-Macedonië stuitte na jarenlange blokkades vanuit Griekenland (over de naam), Frankrijk en Nederland vervolgens op verzet van Bulgarije. Dat land wil dat Noord-Macedonië formeel erkent dat de Macedonische taal Bulgaarse wortels heeft. Het eist ook dat Noord-Macedonië de rechten van de  Bulgaarse minderheid in het land in de grondwet opneemt en dat het een verbod uitvaardigt op ‘haatzaaiende taal’ tegen Bulgarije. Vanzelfsprekend leidt deze opstelling tot het opvlammen van de nationalistische emoties in Noord-Macedonië.

Geopolitieke strijd

De situatie op de Westelijke Balkan is complex. Nationalistische conflicten die uit een ver verleden stammen, maar nog tot eind vorige eeuw gewapend werden uitgevochten, kunnen gemakkelijk weer oplaaien. De geopolitieke strijd is in deze tijd zeer tastbaar in landen als Servië, Bosnië-Herzegovina en Montenegro, waar pro-Russische politici een bedreiging zijn voor vrede en veiligheid. In Montenegro dreigen pro-Servische en pro-Russische politici zelfs de verregaande toenadering tot de EU op de helling te zetten. Albanië en Kosovo hebben te kampen met verlammende digitale aanvallen vanuit Rusland.

“ Als er lang geen vooruitgang plaatsvindt, zal het erop achteruitgaan ”

Het toetredingsproces ligt in de westelijke Balkanlanden zo goed als stil, maar dit kan niet eindeloos duren. Als er lang geen vooruitgang plaatsvindt, zal het erop achteruitgaan. Dit speelt nationalistische krachten in de kaart, vergroot het risico op heropleving van bilaterale conflicten en versterkt de invloed van Rusland en China met hun autocratische ideologieën.

De grootschalige Russische invasie in Oekraïne heeft de wereld op zijn kop gezet, en ook de publieke opinie. Oekraïne krijgt veel steun in Nederland: 93 procent [4] van de Nederlanders geeft zijn steun aan Oekraïne en de Europese en Nederlandse initiatieven om Oekraïne terzijde te staan. Opmerkelijk genoeg is dat meer dan in de meeste andere Europese landen. Vóór 2022 was de meerderheid van de Nederlandse bevolking tegen verdere uitbreiding. De publieke opinie is echter gekanteld. Het percentage voorstanders heeft een sprong gemaakt van 34 naar 58 procent. Ook in andere lidstaten is het aantal voorstanders gegroeid, maar nergens zo veel als in Nederland.

Perspectief

Nederland is volgens eigen zeggen strikt, fair en betrokken. Toch laat de regering zich vooral horen als stappen niet gezet kunnen worden. Recent nog in de discussies over de toetreding van Bulgarije tot het Schengenverdrag en de visumliberalisatie met Kosovo. Het zou goed zijn als Nederland zich ook eens in positieve zin zou onderscheiden op de Balkan.

Er zijn genoeg ideeën om het toetredingsproces te verbeteren. De voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel, heeft zich uitgesproken voor een hervorming van het toetredingsproces. Oostenrijk heeft meer uitgewerkte voorstellen gepresenteerd. En ook in Duitsland woedt de discussie om het perspectief voor de kandidaat-lidstaten weer leven in te blazen. Cruciaal daarin zijn de plannen om deze landen, al naar gelang hun voortgang, al meer te laten proeven van de voordelen van EU-lidmaatschap en op meer vlakken mee te laten praten. Het is ook belangrijk om de civil society, het maatschappelijk middenveld, een grotere rol te geven in het toetredingsproces.[5] Nederland heeft de positie binnen de EU en de middelen om een belangrijke rol te spelen in deze broodnodige hervormingen.

De Westelijke Balkan is een kwetsbare regio in Europa waar te achteloos mee is omgegaan, ook door Nederland. Nederlanders zien weer het belang van democratie, vrede en veiligheid in de Europese buurlanden. Nu is het aan de Nederlandse regering om hier uitvoering aan te geven.

 

Voetnoten

  1. Deze toezegging gold en geldt niet voor Kosovo, dat slechts door 22 van de 27 EU-lidstaten als zelfstandige staat erkend wordt.
  2. De voormalige Joegoslavische deelrepubliek Slovenië trad al in 2004 toe tot de EU. Kroatië volgde in 2013. Ook Bosnië-Herzegovina, Servië, Montenegro, Noord-Macedonië en Kosovo zijn uit Joegoslavië voortgekomen en hebben het EU-lidmaatschap aangevraagd.
  3. Europese Commissie, Revised enlargement methodology: Questions and Answers, 2020.
  4. EP Autumn 2022 Survey: Parlemeter - EU citizens' support to Ukraine - First results, 2022.
  5. Michael Emerson & Steven Blockmans, The New Agenda for the EU’s Enlargement and Neighbourhood Policies, 2022; Michael Emerson & Steven Blockmans, Next Steps for EU Enlargement – Forwards or Backwards?, 2022.
Reactie toevoegen