Natuurrechten zouden binnenkort zomaar eens in de Ierse grondwet kunnen worden verankerd. Zo’n driekwart van 100 willekeurig gekozen Ieren ziet dat in elk geval graag gebeuren. Ze kwamen vorig jaar twaalf keer bijeen in een burgerberaad over biodiversiteit en schreven bijna 160 aanbevelingen voor de overheid. De overkoepelende boodschap: neem biodiversiteit eens serieus.

Het hele volk

Aanbeveling nummer 31 gaat over het opnemen van natuurrechten in de grondwet. De Ierse natuur kan op meerdere manieren grondwettelijk worden beschermd. Zo suggereert het burgerberaad het recht te verankeren van mensen op een schoon milieu en een gezond klimaat. Maar ook ‘substantieve’ rechten voor de natuur zelf – zoals die al bestaan voor bedrijven en mensen – om niet geschaad te worden in zijn of haar bestaan.

Iers landschap met water en groen.
Foto: Larry Koester, 2014. CC BY 2.0

Een ander voorstel zijn ‘procedurele’ rechten voor de natuur, om partij te zijn in administratieve besluitvorming die de natuur zou kunnen raken. Het burgerberaad zegt niet dat die rechten direct moeten worden ingevoerd.

“Dat kun je als 100 burgers niet zomaar zeggen”, zegt deelnemer Dan O’Dwyer. “Over een grondwetswijziging moet het hele volk beslissen.” Het burgerberaad raadt daarom aan om hier een referendum over te organiseren.

O’Dwyer is in het dagelijks leven brandweerman en woont in Dublin. Daar kreeg hij, net als 20.000 andere willekeurig gekozen Ierse adressen, in maart 2022 een uitnodiging op de mat. Wilde iemand uit zijn huishouden meedoen aan het burgerberaad over biodiversiteit? O’Dwyer wilde meteen wel. “Ik was al geïnteresseerd in het onderwerp milieu”, zegt hij. Dat was niet voor iedereen de reden om mee te doen, merkte O’Dwyer. “Veel deelnemers wilden gewoon betrokken zijn en andere mensen ontmoeten.”

Onafhankelijke experts

Uit de ruim 2.000 reacties selecteerde de organisatie van het beraad een statistisch zo representatief mogelijke afspiegeling van de Ierse bevolking. “4 procent boeren, de helft mannen en de helft vrouwen, 10 procent 18 tot 24-jarigen en 28 procent bewoners van Dublin”, somt Tim Carey op. Hij is een senior ambtenaar met een erfgoedachtergrond en werkte als secretaris van het burgerberaad veel samen met de voorzitter, Aoibhinn Ní Shúilleabháin.

De selectie van burgers was nog relatief eenvoudig, vertelt hij. Pas daarna begon het lastigere werk: er moest een adviesgroep van onafhankelijke experts gevormd worden én deelnemers moesten een inhoudelijk stevig maar toch behapbaar programma voorgeschoteld krijgen.

“Biodiversiteit is een heel breed onderwerp”, zegt Carey. “Burgers moeten dus eerst veel leren voor ze het gevoel hebben dat ze er advies over kunnen geven.” Gedurende 8 maanden kregen de deelnemers 87 verschillende sprekers voor hun kiezen. Dat waren niet alleen wetenschappers ­– die ondanks hun onafhankelijkheid praktisch altijd het behoud van biodiversiteit voorstaan, leerde Carey.

Er kwamen ook vertegenwoordigers langs uit verschillende sectoren, zoals de visserij, de landbouw en de mijnbouw. “Soms spreekt zo iemand maar 5 minuten over eigen problemen en ervaringen”, zegt Carey. “Maar dat ontgrendelt wel de complexiteit van het onderwerp en belicht verschillende perspectieven.”

Nationaal veen-actieplan

Zo ervaarde O’Dwyer dat als deelnemer ook. Hij leerde veel over biodiversiteit, juist door de diversiteit onder sprekers en andere deelnemers. “Dan verandert je mening, want die is toch gevormd door je opvoeding en waar je vandaan komt.” Hij vond het bovendien fijn om de feiten gepresenteerd te krijgen. “Ik dacht dat ik wel goed op de hoogte was, maar ik ben nu veel meer onderlegd.”

O’Dwyer is bijvoorbeeld anders gaan denken over het veengebied, dat ruim 17 procent van het Ierse land bedekt. “Ik dacht altijd dat het een goed idee was om turf als natuurlijke hulpbron te gebruiken, in de tuinbouw en om huizen te verwarmen. Zo zouden we op termijn al het veen ontwaterd hebben. Maar turf gebruiken brengt enorme schade aan de biodiversiteit!” In de aanbevelingen aan de overheid staat dat er een nationaal veen-actieplan moet komen. En illegaal turfsteken moet écht beëindigd worden, inclusief financiële hulp voor mensen die nu nog met turf hun huis verwarmen.

Illegaal turfsteken is natuurlijk al verboden, maar overheden treden daar volgens het burgerberaad nog veel te weinig tegen op. Die nalatigheid is een terugkerend onderwerp in het rapport. Carey: “Sprekers vertelden steeds weer dat overheden níét deden wat beleid en wetgeving wél voorschreef. Dat maakte veel indruk op de leden.”

De 159 aanbevelingen beginnen dan ook met op nummer 1 de roep om ‘prompte, overtuigende en urgente’ actie van de overheid om verder biodiversiteitsverlies te voorkomen. En op 2: “Het burgerberaad gelooft dat de overheid over de hele linie heeft nagelaten om bestaande nationale wetgeving en beleid en EU-wetgeving en -richtlijnen rondom biodiversiteit adequaat te financieren, te implementeren en te handhaven. Dit moet veranderen.”

Vlees of plantaardig

Het ging in het burgerberaad natuurlijk veel over landbouw. Carey: “Landbouw heeft de meest negatieve impact op biodiversiteit, hoewel er juist veel biodiversiteitssubsidies naar boeren gaan. Het beraad wilde daarom meetbare maatregelen.” Er was bijvoorbeeld veel aandacht voor betaling op basis van resultaten. Dat betalingsprincipe bleek een goede invloed te hebben op biodiversiteit in een project op de Burren, een groot kalksteengebied waar Ieren al millennia lang vee houden.

Boeren kwamen niet als boeman uit de bijeenkomsten. Integendeel. De vertegenwoordigers die langskwamen vanuit acht verschillende landbouworganisaties vonden veel gehoor met hun oproep voor duidelijke maatregelen waarmee ze nog wel hun geld konden verdienen. O'Dwyer: "Ik had niet door hoeveel boeren eigenlijk al weten van en dagelijks doen aan biodiversiteit." Het beraad was het erover eens dat de overheden het vooral sámen met boeren aan de slag moeten. Carey: "Samen kijken wat werkt, zonder dictatoriale middelen."

“ Het woord ‘vlees’ is in het hele rapport vermeden ”

Er waren ook wel onenigheden. Sommige deelnemers vonden bijvoorbeeld dat er direct gestopt moest worden met pesticiden. Anderen vonden het volgen van de Europese richtlijnen goed genoeg. Ook de nadruk op minder vlees was een lastige. O’Dwyer: “Dat zou boeren enorm in hun levensonderhoud aantasten. En het gaat niet alleen om vlees, maar ook om zuivel. Sommige deelnemers vonden daarom dat we beter andere dingen kunnen doen om biodiversiteit te verbeteren.” Na veel aanpassingen in de schrijfwijze raadt het rapport nu aan dat er een ‘meer plantaardig dieet’ wordt gepromoot. Het woord ‘vlees’ is in het hele rapport vermeden.

Het brede spectrum aan biodiversiteitsonderwerpen werd opgedeeld in sectoren, zoals agricultuur, bossen, energieproductie, gebouwde omgeving en zoet water. Langs die lijnen staan de adviezen ook opgesteld in het rapport. Daar was wel discussie over, zegt Carey. “Sommige wetenschappers wilden de adviezen opdelen in habitats of in aansturende factoren van biodiversiteit. Maar op deze manier sluiten de aanbevelingen het beste aan op de kaders van over overheidsbeleid. Verschillende departementen zien ook vooral een sector, en niet het grote plaatje.”

Overeenstemming zoeken

Over elke sector kwamen verschillende mensen spreken. Tussendoor praatten burgers daar steeds over na, in groepjes van 6 of 8 per tafel. Elk groepje werd ondersteund door een facilitator en een notulist. De gesprekken namen twee keer zoveel tijd in als de sprekers kregen en leverden gedetailleerde verslagen op, die Carey naderhand allemaal uitploos. Hij bekeek dan welke onderwerpen er waren besproken en aan hoeveel tafels dat gebeurd was.

“Hoe vaak was er bij het onderwerp zoet water bijvoorbeeld gesproken over steengroeves? En hoeveel over overschotten aan nutriënten als nitraat en fosfaat in het water? Als drie tafels het daarover hadden gehad, zette ik dat onderwerp in mijn verslag.” Steeds verzamelde Carey de standpunten waar veel overeenstemming over was en stuurde hij die naar iedereen om te checken of ze zich erin konden vinden. Dat was het begin van de lijst met 159 aanbevelingen.

Carey: “Ik schreef alles eerst zo neutraal mogelijk op, maar ik kreeg als overweldigende feedback dat de toon veel sterker en strenger moest.” 96 procent van de deelnemers stond bijvoorbeeld achter de aanbeveling: “Het is absoluut noodzakelijk dat sancties voor zoetwatervervuiling aanzienlijk toenemen en handhaving aanzienlijk verbetert.” Verder raadt het burgerberaad meer bufferzones aan rondom vervuilende activiteiten om het uitvloeien van nutriënten te voorkomen. En minder toegestane bodemafdekking in bouwprojecten, met daarnaast alleen waterdoorlatende oppervlakten.

“ We kunnen vanuit het platteland natuur binnenlaten in de stad ”

Dat overlapt weer met de stedelijke omgeving, een onderwerp waar O’Dwyer vooral enthousiast van werd. “We kunnen de stedelijke omgeving milieuvriendelijker maken met bomenstroken, om natuur vanuit het platteland binnen te laten.”

Het afgelopen jaar vroeg O’Dwyer ook aan mensen in zijn eigen omgeving hoe zij naar biodiversiteit keken. “De organisatie stimuleerde ons om goed rond te kijken en uit te zoeken wat er kon worden verbeterd.” O’Dwyer nam nieuwe inzichten mee naar huis en wees kennissen op onderwerpen die ze interessant zouden kunnen vinden. Zo betrok het burgerberaad een stuk meer dan 100 mensen.

Invasieve soorten

Beraadstafels kwamen steeds weer tot de conclusie dat de Ierse biodiversiteit vooral achteruitgaat omdat overheden niet uitvoeren wat op papier staat. Er lag daarom veel nadruk op formuleringen, zegt Carey. “Ze probeerden de aanbevelingen heel precies te beschrijven, zonder speelruimte voor misinterpretatie.”

Tegelijkertijd moesten de aanbevelingen wel werkbaar blijven. “We hadden het bijvoorbeeld over wat lokale autoriteiten moeten doen tegen invasieve soorten”, zegt Carey. “Maar als dat te gedetailleerd werd besproken, over specifieke maatregelen tegen één bepaalde soort, zouden weer niet alle beleidsmakers ermee uit de voeten kunnen. Een oplossing was dan toch om het te formuleren als ‘gepaste oplossingen voor invasieve soorten’.”

“ Eerdere burgerberaden hadden ook veel effect ”

Na de zomer gaat de voorzitter van het burgerberaad met een parlementaire commissie in gesprek en zullen verschillende overheidsdepartementen een reactie geven op de aanbevelingen. Zo’n reactie alleen al zet wel wat in werking, denkt Carey. “Dat betekent dus dat alle afdelingen met de aanbevelingen aan de slag moeten.” Hij verwacht dat veel uit het rapport nageleefd gaat worden. “Dat moet ook wel als je burgers vraagt hier vrijwillig twee tot drie weken tijd in te steken.”

Eerdere burgerberaden hadden ook veel effect. Carey noemt de aanbeveling voor een ander referendum, over de legalisering van abortus. In 2017 leek dat politiek nog een onhaalbare kaart, maar na een informatiecampagne stemde tweederde van de Ierse bevolking vóór. Op een vergelijkbare manier kwam in 2012 de erkenning van het Ierse homohuwelijk tot stand.

Geen ruimte voor nalatigheid

In het referendum dat dit burgerberaad voorstelt, maken grondwettelijke rechten voor een gezonde natuur dus ook best kans. Op zoveel aandacht voor dit specifieke onderwerp had de organisatie van het burgerberaad niet aangestuurd, zegt Carey. “Weinig sprekers hadden het over deze rechten. Maar er was één spreker met een heel duidelijk verhaal en dat maakte veel indruk op het burgerberaad.”

Een ruime 80 procent van de deelnemers stemde voor het aanbevelen van een referendum. “Sommige mensen trekken daar nu hun wenkbrauwen over op, maar een burgerberaad blijkt soms beter aan te voelen wat burgers belangrijk vinden dan de politiek zelf”, zegt Carey. “En als het in de grondwet staat, heeft de overheid écht geen ruimte meer om nalatig te zijn.”

Enkele aanbevelingen van het burgerberaad

  • Het gebruik van pesticiden in de openbare en particuliere bosbouw moet met minstens 50 procent worden verminderd.
  • Er moet een volksreferendum komen om de grondwet te wijzigen met het oog op de bescherming van biodiversiteit.
  • De staat moet zorgen voor een gestroomlijnd en gemakkelijk toegankelijk systeem van kleine subsidies, informatie en steun voor het publiek om biodiversiteitsactie te ondernemen in woonhuizen.
  • Boeren die de biodiversiteit beschermen en verbeteren worden beloond en betaald voor de ecosysteemdiensten die zij leveren.
  • Er moeten voldoende middelen worden ingezet ter ondersteuning van een ambitieuze uitvoering van de Ierse strategie voor de ontwikkeling van de biologische sector.
  • De staat moet meer steun verlenen aan gemeenschapsgroepen en ngo’s die werken aan belangrijke projecten om zoetwatersystemen te verbeteren – bijvoorbeeld steun voor Irish Rivers Trusts, hengelsport- en gemeenschapsgroepen.
  • De staat moet een ambitieus netwerk van mariene beschermingszones aanwijzen en effectief beheren, overeenkomstig de EU-doelstelling, van 30 procent van het maritieme gebied van Ierland tegen 2030.
  • De staat richt een nationaal coördinatieorgaan voor mariene biodiversiteit op dat verantwoordelijk is voor de implementatie van mariene beschermde gebieden, het bereiken van een goede milieutoestand en bredere initiatieven voor behoud en herstel van de zee.
  • De stopzetting van het turfsteken in beschermde gebieden moet volledig worden geïmplementeerd en gehandhaafd. Om een echte 'rechtvaardige overgang' mogelijk te maken, moet de staat zorgen voor adequate financiële steun voor mensen die hun huis nu verwarmen met turf.